Vijf jaar geleden bracht Peugeot, Citroën en Toyota een drieling ter wereld, respectievelijk de 107, C1 en Aygo. De Fransen lijken op een afwijkend merklogo op de neus na, als twee druppels water op elkaar, Toyota koos voor een iets andere snoet. Technisch gezien is het drietal identiek. Vorig jaar werd er een facelift doorgevoerd, al bleven de uiterlijke wijzigingen beperkt. Toch herken je de vernieuwde drieling direct als zodanig. Niet zo moeilijk, want je komt ze bij bosjes tegen op de weg. En bijna allemaal hagelnieuw. Hoe dat komt? Vanwege de restwaarde. Dergelijke compacte modellen blijven ook als occasion aan de prijs, waardoor het interessant wordt om iets dieper in de buidel te tasten en voor een nieuwe te gaan. Rij je de eerste paar jaar in ieder geval zonder zorgen.
Ga voor de XS!
Wat mag en kun je verwachten van een nieuwe 107? Welnu, het is maar net welke keuze je maakt natuurlijk. We zullen een suggestie doen. Allereerst kijken we naar het motorenaanbod. Hier is de keuze beperkt. Of beter gezegd, je hebt geen keus en dient genoegen te nemen met de 1,0-liter driepitter. Komen we later op terug. Vervolgens is het zaak om een uitvoering te kiezen. Hierin heb je drie mogelijkheden: XR, XS of Sublime. Wil je een airco? Dat kan vanaf het tweede niveau tegen een meerprijs van 715 euro. Bij de Sublime is een klimaatinstallatie standaard, maar ja, dat vertaalt zich uiteraard ook in de prijs. Hoef je niet zo nodig een airco, kunnen we begrijpen, want zo’n systeem is nu eenmaal (zeker bij compacte auto’s) niet bevorderlijk voor het verbruik, ga dan alsnog voor de XS-uitvoering. De instapper (XR) is dan wel ruim 700 euro voordeliger, maar het ontbreekt hem aan centrale deurvergrendeling op afstandsbediening, elektrische ramen voor en zijairbags voor. Vooral die centrale portiervergrendeling ga je op den duur echt missen. Geloof ons nou maar. We hebben het recent aan den lijve ondervonden met de back-to-basic Nissan Pixo. Reserveer overigens ook nog 275 euro voor de audio-installatie. Zo’n geïntegreerd exemplaar doet het qua looks veel beter dan een achteraf ingebouwd 1-DIN-systeem. En het oog wil immers ook wat.
Satéprikker
Ook het interieur ziet er keurig verzorgd uit. Het dashboard van de 107 is speels vormgegeven, al zijn de melkglas-achtige kunststoffen op de middenconsole niet onze favoriet. Onder het kopje ‘beter goed gejat dan slecht bedacht’ oogt de toerenteller die middels een uit de kluiten gewassen satéprikker met de snelheidsmeter is verbonden ook vrolijk. Het testexemplaar is gedrenkt in een mooie, blauwe laklaag en dat heeft tevens gevolgen voor het binnenste. Niet alle carrosseriedelen zijn namelijk bekleed. Zo komt de felle exterieurkleur dus ook op delen van het portier aan de binnenzijde tot uiting. En dat fleurt de boel enigszins op, want het dashboard is grotendeels uitgevoerd in een zwart/grijze tint. Ook het stof om het meubilair is grijs van snit. Minder te spreken zijn we over de kwaliteit van de stoelen. Ze zijn behoorlijk vlak en bieden zodoende weinig tot geen steun in bochten. Het ruimteaanbod daarentegen volstaat. Achterin is het goed uit te houden, zolang de bestuurder en zijn passagier niet al te lang zijn, want anders wordt het krap op de achterbank. De bagageruimte houdt in de basis niet over met een inhoud van slechts 139 liter, maar is te vergroten tot 712 liter met neergeklapte achterbank.
Een extra cilinder
Voor een driecilinder lopen we over het algemeen niet heel erg warm. Zo’n torretje moet normaliter flink zijn best doen en steekt dat niet onder stoelen of banken. Met andere woorden, een driepitter is nogal luidruchtig. In de 107 is het niet anders. De motor wordt zeker bij stevig accelereren erg lawaaierig. Op snelwegtempo verlang je naar een extra cilinder of een zesde versnelling om het volume te dempen. Maar goed, zo’n compacte auto als de 107 wordt doorgaans toch niet ingezet op lange afstanden. Daarvoor is noch de motor, noch het comfort van het meubilair geschikt. Volgens de specificaties staat er in 13,7 seconden 100 km/u op de klok. En da’s nog redelijk vlot. Zo voelt dat overigens ook. Hij wil best vooruit als het moet. Bij 157 km/u kan de 68 pk sterke 1,0-liter niet meer tegen de alsmaar toenemende luchtweerstand opboksen en is het over en uit met versnellen. Het onderstel is vrij stevig afgestemd. Dat merken we trouwens de laatste tijd wel vaker bij modellen van Peugeot. Zijn ze misschien een andere weg ingeslagen? Ook de 3008 en 5008 zijn minder ‘zweverig’ dan voorheen te doen gebruikelijk. Tot slot nog het verbruik. Volgens de fabriek is 1 op 22,2 haalbaar; wij kwamen uit op een keurige 1 op 19.
Peugeot vraagt voor de 107 een minimale vergoeding van 8.890 euro voor de XR. De versie die wij aanbevelen, de XS met onder meer de onmisbare centrale portiervergrendeling, kost 9.630 euro. De rijk uitgeruste Sublime vergt een investering van 10.420 euro. Voor de liefhebbers is de XS ook met een gerobotiseerde handbak te bestellen en kost dan 10.150 euro. De genoemde bedragen gelden voor de driedeursuitvoering. De vijfdeurs is 260 euro duurder.
Schrijf een review