De Italianen zijn niet vies van het sleutelen aan motoren. Na de intrede van dubbele, variabele kleptiming en Twin Spark (twee bougies per cilinder), maar bijvoorbeeld ook de bekende common rail dieseltechniek komt het merk nu met MultiAir op de proppen. MultiAir is een doordachte innovatie waardoor de traditionele gasklep in de motor overbodig wordt. Deze nieuwe klepbediening, een elektrohydraulisch mechanisme tussen de nokkenas en (inlaat) kleppen, resulteert in een verlaagde luchtweerstand in het inlaatsysteem. De techniek is breed inzetbaar, voor zowel turbo- als turbolozemotoren. Het systeem kan hierbij variabel worden ingezet, afhankelijk van het type auto of doel van de fabrikant. Puur op zuinigheid, vooral op prestaties, of een mix er tussenin, als soort van ‘compromis’. Dat laatste is van toepassing bij de nieuwe MultiAir-motoren in de Alfa MiTo, die aan het motorpalet zijn toegevoegd.
105 of 135 pk
Het draait hier om de 1.4 MultiAir en 1.4 Turbo MultiAir. De eerste heeft dus geen blazer maar levert toch 105 pk – tien stuks meer dan het blok in zijn standaardconfiguratie kon leveren. Nummer twee heeft wel assistentie en brengt 135 pk en een extra vracht koppel op de been. Op de al leverbaar zijnde 78 pk basismotorisering na gaat het er dus niet bescheiden aan toe in een MiTo. Komen de mannen van Fiat Powertrain Technologies hun woord na als het om het verbruik en de uitstoot van schadelijke stoffen? De cijfers geven het antwoord. MultiAir verlaagt het verbruik, de CO2-uitstoot en NOx-emissie. Daardoor vormt de nieuwe Euro5-emissiegrens geen enkel obstakel. Nu moet ook vermeld worden dat de motor geholpen door een start-stop systeem, dat scheelt ook weer procenten Euro95. Met een gemiddeld verbruik van 5.8l/100km voor de ongeblazen 1.4 en een opgave van 5.6 liter voor de turboversie duiken beide nieuwkomers onder hun voorgangers. Doordat MultiAir de motor echter daadwerkelijk efficiënter maakt, moet het verbruik in de praktijk ook iets lager kunnen liggen. Dit is uiteraard afhankelijk van de gasvoet, want die wordt behoorlijk uitgedaagd het tapijt te toucheren.
Dynamic Challenge
Na een eerdere ervaring met de 78 pk instapmotorisering is de 1.4 MultiAir 105 pk een verademing. Logisch; door het hogere vermogen valt er gewoon meer te beleven; dat bevestigen ook de prestatiecijfers (zie overzicht). Daarbij klinkt niet alleen het motortje enthousiast, ook de uitlaat doet leuk mee. Deze variant is in tegenstelling tot de turboversie gekoppeld aan een zesbak, daar kunnen we goed mee uit de voeten. Het blok werkt zich op snelwegtempo niet teveel in de toeren, daar komt deze 105 pk-versie ook niet het meest tot zijn recht. Bochtige B-wegen zijn in de MiTo uitnodigend voor een pleziertje. Dan ontpopt hij zich als een lichtvoetig Italiaantje. Afhankelijk van je sportieve aspiraties kun je met behulp van de DNA-selector vervolgens het karakter van de motorrespons, tractieregeling en stuurbekrachtiging instellen. Oh, en je legt de schakelindicator het zwijgen op! Als je een beetje van zwaar sturen houdt, die helaas ook wat stug aanvoelt in de middenstand, is de Dynamic stand de juiste. De motor is dan ook op zijn best, want de minste of geringste beroering van het gaspedaal zet de gasklep ver open. Maar of dat zuinig is. Ach, vandaag maar even geen groene Challenge!
Dan door in de 1.4 Turbo MultiAir. Met 135 pk en 206 Nm trekkracht begint de MiTo pas echt een scheurneusje te worden. Deze variant is de opvolger van de 120 pk variant en heeft juist een vijfbak. Ook hier geldt dat de sportieve beleving in de D-stand van de DNA-selector het meest tot uiting komt. Na een korte hap adem zet de Turbo het op een sleuren. Door de explosievere krachtsontplooiing moet de koppelings- en gasvoet wel iets meer geoefend zijn dan in de minder vermogende versie. Op hogere snelheden blijft de techniek op stoom en is overschrijding van de maximumsnelheid en daarboven kinderspel. Dit is een krachtbron die gewoon altijd woorden omzet in daden. Maar er is nog meer. Alfa levert ook nog de 1.4 Turbo 155 pk zonder MultiAir nog. Later volgt een 170 pk-versie in de MiTo Quadrifoglio Verde, dat belooft wat! Deze is zelfs nog zuiniger dan de andere twee. Op papier dan…
Rosso op het netvlies
Met die motoren zit het in de MiTo wel snor. Ook het start-stopsysteem werkt naar behoren; zet de versnelling bij stilstand in vrij en de motor slaat soepeltjes af. Bij het beroeren van de koppeling wordt de boel weer razendsnel aangeslingerd. Verder herkennen we de compacte Italiaan aan zijn stijlvol uitgesproken exterieur, waar zoals we eerder zagen elementen van het raspaardje 8C Competizione in zijn waar te nemen. Zeker in rosso ligt de MiTo lekker op ons netvlies, net als het beige Biancospino dat Alfa aanbiedt. In de cockpit draait het nog altijd om de bestuurder; stevige sportstoelen en kleine portierramen geven een indringend gesloten gevoel, alsof je bij elke rit een strijd zult aangaan met je medeweggebruikers. Je levert er wel overzicht opzij en naar achter op in. De gebruikte materialen zijn in deze klasse redelijk, maar verwacht nergens geurend leder, echt chroom op de versnellingspook of aluminiumstrips op het dashboard. Nee, in de MiTo moet het vooral zo ogen, maar wij weten natuurlijk beter. Het houdt ‘m nog betaalbaar, maar matcht toch niet helemaal met de Alfa-beleving.
Prijzen
De prijslijst van de Mito start bij 17.250 euro, maar voor een beetje pit is er de MultiAir 105 pk met Start&Stop voor iets meer dan 19 mille. Betaal je twee mille meer, dan kun je je lol op met de turboversie die 135 pk levert. Als het even kan, is deze geblazen versie de must-have. Door te kiezen voor de 1.4 Turbo MultiAir kun je altijd opschieten, en zuinig rijden als het moet, zonder er iets voor te doen!
Schrijf een review