Tijdens de presentatie van de X1 wordt heel duidelijk hoe BMW hun nieuwe spruit in de markt wil zetten. De X1 is korter dan een X3 en 3-serie Touring, qua hoogte zit hij er mooi tussenin. En inderdaad, de X1 oogt minder fors dan een SUV en doet daarmee niet uit de hoogte. Zeker als je 'm in het chique Marrakeschbraun hebt besteld! Hoewel zijn naamgeving misschien anders doet vermoeden, zijn er onderhuids overeenkomsten met 3-serie te bespeuren; ze delen dan ook elkaars wielbasis. Deze mix van maatvoering levert de X1 zelfs in de typegoedkeuring de naam sedan/Touring op. En nog iets; als enig X-model monteert BMW naar wens ook louter achterwielaandrijving. De nieuwe X1 is dus niet zomaar de kleinste variant in de X-familie.
Zakelijk ingesteld
Waarom doet BMW er alles aan de X1 niet als hun meest compacte SUV te positioneren? Omdat de X1 het vooral zakelijk moet gaan maken, en in die markt de SUV wellicht (verder) op zijn retour is. De mobiliteitsmanagers zien deze categorie auto’s tegenwoordig liever niet in de leasevloot, de X1 kan hier op papier mooi tussendoor glippen. Hoe dat in de praktijk zal gaan, moet blijken. Terwijl BMW de particuliere Jan Bovenmodaal niet als belangrijke doelgroep ziet, zien wij niet in waarom deze groep kopers over het hoofd gezien moet worden. Het maakt uiteindelijk niet veel uit; ook zij kunnen van de zakelijke insteek profiteren.
BMW heeft voor de X1 een motorpalet klaarstaan dat zich vooral op de kilometervretende dieselrijders richt. De oliestokers worden geleend van de 1- en 3-serie, dus is er keus uit de bekende 18d, 20d en bi-turbo 23d met 204 pk. Daarnaast is er de 150 pk sterke 18i vier- en 28i drieliter(!) zescilinder die Euro95 nuttigen. Vrijwel allen zijn in principe met xDrive vierwielaangedreven, de twee minst krachtige diesels en kunnen ook met sDrive achterwielaandrijving worden gecombineerd, ten gunste van een lager verbruik en dito prijskaartje. Wie de 18i benzinemotor besteld heeft rijdt altijd achterwielaangedreven.
Geheel volgens de merktraditie wordt op elke X1 het EfficientDynamics-besparingsrecept toegepast, waarbij het slimme gebruik van de aircocompressor en oliepomp, regeneratie van remenergie, een start-stop systeem en een schakelindicator een aanzienlijke besparing aan de pomp op kan leveren, zonder in te boeten op rijplezier. De meest zuinige X1 is dan ook de sDrive18d (143 pk) met een opgave van slechts 5.2l/100km met B-label. Voor deze gelegenheid namen wij de sleutels van een X1 xDrive23dA ter hand, voorzien van een zestrapsautomaat. Deze tweeliter biturbodiesel was tot nu toe alleen verkrijgbaar in de 1-serie, maar BMW ziet voor deze koppelrijke (400Nm) krachtbron begrijpelijk ook sportief potentieel in de X1.
Verrassend Freude am Fahren-gehalte
De bijbehorende rapportcijfers bevestigen deze gedachte; het sprintje naar 100 vergt slechts 7.3 seconden en een weliswaar afgeregelde topsnelheid van 205 km/u zijn voor het dieseltopmodel goed op niveau. Toch ervaar je deze flinke voorwaartse drang niet zo indringend als je zou verwachten. De zestrapsautomaat gaat vooral met het soepele karakter van de diesel overweg; de 400 Nm’s zijn al vroeg op stoom en dus blijft de wijzernaald van de toerenteller veelal in de onderste regionen als je geen haast hebt. Wel opvallend is het relatief hoge toerental dat de oliestoker draait op snelwegtempo. Het gemiddelde verbruik – 6.3l/100km ligt echter maar fractioneel hoger niveau dan de minder krachtige broeder met automatische versnellingsbak. Wel hadden we gehoopt dat de zelfontbrander iets stiller zijn werk zou verrichten. Stationair klinkt-ie wat knorrig en tijdens acceleratie is de weinig karakteristieke grom soms iets te enthousiast. Niet dat het echt storend wordt, maar van BMW hadden we toch een bescheidener klinkende arbeidskracht voorspeld.
Met een beresterke diesel onder de motorkap is tijdens deze eerste kennismaking de verleiding groot om het Freude am Fahren-gehalte in de genen van de X1 op te zoeken. Hoewel we niet van de gelegenheid hebben gebruik gemaakt alles uit de kast te halen, voelt de X1 verrassend lichtvoetig aan – bij nader inzien blijkt het leeggewicht van een X1 die van de 3-serie ook maar weinig te ontlopen. Met het optionele Performance Control op de xDrive-versies kan het rijplezier naar een nog hoger peil worden getild; dit systeem regelt de aandrijfkrachten naar elk wiel en kan in bochten zo op meer tractie trakteren. De besturing geeft vrij goede feedback en is vooral niet te zwaar bekrachtigd. Het verbaast ons niet dat de demping des BMW’s vrij straf is, al kun je hier met de juiste lichtmetaalkeuze een nuance in het algehele comfortniveau aanbrengen. Standaard staat elke X1 op 17 inch lichtmetaal, onze demo was een grotere maat gestoeld.
Ruimteniveau 3-Touring
Eerder noemden we al het feit dat de X1 zijn basis met de 3-Serie deelt. Omdat de wielbasis is (2.76 meter) komen we als het op de geboden ruimte aan komt niet voor verrassingen te staan. Op de achterbank zitten we dus naar onze mening helaas net iets te krap om als volwassen, volwaardige gezinsauto door het leven te gaan. Het gaat allemaal wel, maar protest vanuit de achterbank is niet uitgesloten. De hoofdruimte is gelijk aan een X3 en verdient daarmee een dikke voldoende. Voorin zitten bestuurder en passagier zoals het een Bayerische Motoren Werke betaamt als gegoten, en niet eens zo stevig. De X1 biedt hierbij een duidelijk hogere instap dan de 'laagvloerse' 3-Touring, maar komt zeker niet in de buurt van een SUV-achtige. Ondanks zijn hogere carrosserievorm is deze Duitse kruisbestuiving niet in staat méér bagageruimte te bieden dan zijn technische evenknie. Standaard is de laadruimte 420 liter groot en dit is via de neerklapbare achterbank en instelbare rugleuning uit te breiden tot 1350 liter; vergelijkbaar met de 3-serie. Inderdaad geen balzaal, maar nog altijd prima bruikbaar.
(on)Conventioneel
Het concept van de X1 lijkt op het eerste gezicht onconventioneel. Qua maatvoering laat hij zich immers niet in één van de standaardhoekjes drukken. In de praktijk voelt en rijdt de kleinste X-model echter heel vertrouwd, vrijwel als een 3-Touring. Ook qua ruimte ontlopen beiden elkaar niet zoveel; al biedt de X1 door zijn hogere instap wel een ruimtelijker gevoel en meer overzicht. Welke je wilt hebben is gewoon een kwestie van voorkeur. Het prijsniveau van de X1 ligt gezien de hiërarchie in het gamma net onder de Drie; de X1 is ‘bereikbaar’ vanaf 34.950 euro als sDrive18i benzine (vanaf maart 2010); de gelijkwaardige dieselversie kost 38.350 euro. Met vierwielaandrijving heeft laatstgenoemde een prijskaart van 41.250 euro. Een smakelijke xDrive23d is er alleen met automatische transmissie en laat 51.800 euro voor zich noteren.
Schrijf een review