De Golf GTI is van meet af aan niet meer weg te denken uit de Golf-familie. Deze pretversie was echter door de jaren heen niet overduidelijk als zodanig te herkennen bij voorbijgangers. Deze incognito-filosofie is leuk voor de liefhebber die stil wil genieten en misschien argeloze medeweggebruikers wil verrassen. Maar een beetje onderscheiden mag toch wel als je dertig mille stuk slaat? Dit vermeende gezichtsverlies is nu verleden tijd. Volkswagen heeft deze ‘kritiek’ ter harte genomen en de Golf VI GTI een duidelijk uitbundiger tenue meegegeven.
Eyecatchers
Alleen al de uitlaatpijpen op de hoeken van de achterzijde is al een niet te missen element die specifiek voor de GTI’s zijn bedoeld. Samen met de dakspoiler en donkergetinte achterlichten ziet dat er krachtig en uitdagend uit, zonder over de schreef te gaan. Daar houdt VW immers niet zo van. Daarnaast is het front ook onmiskenbaar als GTI neergezet. Met dank aan een nieuwe aandachttrekkende voorbumper met verticaal geplaatste mistlampen als eyecatchers en een rood randje om de honingraat grille heeft deze Golf een grote mond gekregen. Het lichtmetaal (met rode remklauwen) is een staaltje evolutie, maar toont nu meer agressie. Toch was de verrassing groter geweest met een compleet nieuw design. Het getoonde 18 inch is trouwens een optie, standaard levert VW een maat kleiner. Verkijk je ook niet op deze speciale Deepblue pareleffect lak. Deze fraaie verrijking van de carrosserie maakt je plots 3450 euro armer. Oeps.
Ruitjes
Leuk, die ruitjes! In de cockpit gaat de nieuwe GTI voor traditie en heeft de stoelbekleding een karakteriserend ruitjesmotief, met rode en grijze accenten. Voor de volledigheid is het lederen stuur en de pookhoes met rood stiksel afgewerkt en kan de sportieve Wolfsburger rekenen op een set aluminium pedalen. Een aangepast instrumentarium met andere achtergrondverlichting staat niet op de lijst. Daarvoor moeten we bij de R-modellen zijn. Wel kan de GTI rekenen op een eervolle vermelding op het stuur. Verder is het met antraciete hemelbekleding en aluminium look afwerking een donkere boel. Dat maakt de sfeer wat indringend, en dat is in de GTI precies de bedoeling. Even de stoel laten zakken - de passagier kan dat ook - en rijden maar.
Soepel en snel
Onder de motorkap is niet gekozen voor een staaltje downsizing ten opzichte van de vorige generatie. De voortstuwing wordt wederom verzorgd door de 2.0 TSI, die inmiddels in diverse variaties dienst doet in andere VAG-modellen. Het vermogen is voor de nieuwe generatie opgeschroefd naar 210 pk, al zul je die extra 10 pk’s niet direct ervaren. Wel is de viercilinder nog soepeler en zuiniger: het maximumkoppel komt iets eerder vrij en blijft lang beschikbaar (1700-5200 toeren) , het verbruik daalde met 0.7 liter naar 7.3l/100km en ging van een brutaal E- naar een net C-label. Of we dat gehaald hebben? Het antwoord laat zich raden...
Logisch, want de GTI laat zich graag op zijn staart trappen. Doordat de TSI al snel bij de les is kun je met lange halen de meest illegale snelheden bereiken. Onze demo is uitgerust met een zesbak, die zich daarbij stevig maar niet heel secuur laat bedienen. Dat doet een gemiddelde Golf of Passat toch beter! Het is echter een kwestie van wennen want uiteindelijk hebben we de befaamde DSG-transmissie met flippers aan het stuur niet gemist.
Terwijl de Golf zijn inzittenden op lage snelheden en het onderste toerenbereik trakteert op een doordringende brom, laat de tweeliter boven 5000 toeren gretig van zich horen. Dan begint het spektakel en sleurt de GTI zich razend naar zijn topsnelheid, om na een schakelpauze bij 210 km/u met enige aansporing de 230-grens aan te tippen. In principe moet het nog wel 10 kilometer harder kunnen, maar daar zul je tijd en ruimte voor nodig hebben. We zijn natuurlijk niet dagelijkse met dergelijke snelheden op pad, maar de stabiliteit van de koets en de stevige besturing op dat moment wekt bijzonder veel vertrouwen. De GTI haalt er gewoon zijn neus voor op en kan veel meer hebben. Daar moeten we nog wel even op wachten.
Deinen of stuiteren met DDC
Standaard wordt de GTI afgeleverd met een stevige demping en een verlaagd onderstel. Het testexemplaar is uitgerust met elektronisch geregelde demping Dynamic Drive Control, waarbij je als bestuurder de GTI braaf, normaal of gedurfd kunt instellen. De variaties zijn zeker voelbaar, wat dat betreft hebben de technici hun huiswerk netjes gedaan. In de praktijk blijkt de Normal-setting de meest verstandige, want de comfortmodus laat de koets zelfs licht deinen op de snelweg, de Sport-stand maakt de GTI – hoe kan het ook anders – stoterig. Die laatste modus is dus meer bedoeld voor strak asfalt, en zeker niet voor kilometers Duitse autobahn of klinkerweggetjes.
Troefkaart XDS
Voor het betere bochtenwerk is de nieuwe GTI niet bang. Zijn makers pakken uit met een nieuwe troef: XDS. Dit elektronische sperdifferentieel verdeelt de aandrijfkrachten tussen beide voorwielen, om bij aanvankelijk gripverlies en onderstuur de grens nog even te verleggen. Zowel in een korte bocht als een lange doordraaier valt er zo merkbaar winst te behalen. Het ESP hoeft immers minder in te grijpen, zodat je met een hogere snelheid je weg kunt vervolgen. Tijd is geld!
Rijden voor 32 mille
Al eerder werd het even aangehaald, als je meer dan dertig mille stukslaat op een Golf wil je natuurlijk wel goed voor de dag komen. Standaard kost de GTI 31.650 euro, en dan is bijvoorbeeld automatische airco, het XDS-differentieel, elektrische ramen en 17 inch wielen inbegrepen. Het getoonde exemplaar is verder aangekleed met een Advance- en Executive pakket, zodat radio/navigatie met touchscreen, een middenarmsteun, extra bekerhouders, parkeersensoren, xenon, een regensensor en telefoonvoorbereiding ook standaard is. Samen met extra’s als de DDC-demperregeling en het 18 inch lichtmetaal eindigt de totaalprijs -als we de blitse lak niet meerekenen - uiteindelijk op 36.710 euro.
Schrijf een review