Dwars door de stadsjungle in de Toyota Urban Cruiser

Een hoge(re) zit, een stoer uiterlijk en een bescheiden motor. Dat zijn in een notendop de ingrediënten van de Toyota

Een hoge(re) zit, een stoer uiterlijk en een bescheiden motor. Dat zijn in een notendop de ingrediënten van de Toyota Urban Cruiser. Feitelijk een schot in de roos voor de overgrote meerderheid van onze bevolking, zou je zeggen. We gingen op onderzoek uit in zijn natuurlijke habitat: de stadsjungle.

Een hoge(re) zit, een stoer uiterlijk en een bescheiden motor. Dat zijn in een notendop de ingrediënten van de Toyota Urban Cruiser. Feitelijk een schot in de roos voor de overgrote meerderheid van on
Dwars door de stadsjungle in de Toyota Urban Cruiser

Om maar meteen met het uiterlijk te beginnen, het vierkante lijnenspel met de hoge, bijna SUV-achtige neus trekt de nodige aandacht. Ook de witte exterieurkleur is blijkbaar nog steeds populair, getuige de vele positieve reacties. Met het uiterlijk vertoon zit het dus wel goed. Toyota doopt haar nieuwe telg natuurlijk niet voor niets tot Urban Cruiser. Door zijn stoere voorkomen verwacht je in eerste instantie niet dat-ie ‘slechts’ 3,93 meter lang en 1,73 meter breed is. Een geschikte parkeerplek vinden in de stad is dus niet het grootste probleem. Is er überhaupt een probleem?

Aan de korte kant

Probleem, probleem, het is maar hoe je het bekijkt. Ga je regelmatig met meer dan twee volwassen personen op pad, dan kan er wat rumoer vanaf de achterbank ontstaan. De zitting en de leuning van het meubilair achterin is aan de korte kant. En dat kan vooral op lange ritten voor enig ongenoegen zorgen. Aan bewegingsvrijheid overigens geen gebrek. Voorin is het prima toeven. De hogere zitpositie is verre van sportief te noemen, daarentegen heb je wel een mooi overzicht op de weg. Vanaf de bestuurdersstoel kijk je uit op een ietwat karig instrumentarium met slechts één klok, waarin toerenteller en snelheidsmeter op creatieve wijze zijn ondergebracht. Links en rechts van dit ‘uurwerk’ tonen de digitale brandstofmeter en de boordcomputer hun info. Laatstgenoemd feature is te bedienen met de ‘mode-knop’ in het instrumentarium. Niet echt ergonomisch, maar in de praktijk gebruik je de boordcomputer onder het rijden toch nauwelijks. Vandaar dat we ook pas later de zogeheten ‘eco-meter’ ontdekten. Daarover later meer. Zittende op de bestuurdersstoel leun je voortdurend met je knie tegen het keiharde kunststof materiaal van het dashboard. Wie weinig vlees rondom zijn of haar knieën heeft, kan daar op den duur hinder van ondervinden. De vormgeving van het middendeel van het dash kan ons daarentegen wel bekoren, ook al is het een en al plastic wat de klok slaat. Leren bekleding ontbeert onze Urban Cruiser evenmin; dat heeft wat mogen kosten dus. Nou, eigenlijk valt dat best wel mee. De Toyota-dealer kan namelijk tegen een schappelijk prijsje het meubilair en de portierpanelen achteraf voorzien van koeienhuid, waarmee je de BPM omzeilt. En dat klinkt ons (en wie niet?) natuurlijk als muziek in de oren.

Start-/ stopfunctie

Het concert uit de met een verchroomd eindstuk ‘versierde’ uitlaat is niet om over naar huis te schrijven. Dus dat doen we dan ook niet. Maar ja, wat wil je ook met een 1,3-liter viercilinder benzinemotor? De Urban Cruiser kan dan wel zo stoer ogen; schijn bedriegt. Is dat verkeerd dan? Nee, bij nader inzien niet nee. In de stadsjungle heb je weinig aan een dikkere motor. En daarbuiten in ons land eigenlijk ook niet. Al moeten alle 100 paarden toch flink trappelen om deze SUV-achtige te laten versnellen. 12,5 seconden doet ie erover om de honderd aan te tikken. Ook tussenacceleraties vragen om enig geduld van de bestuurder. Dat de Urban Cruiser zijn naam eer aan doet, blijkt uit diverse brandstofbesparende systemen, waaronder standaard een start-/ stopsysteem. Een kwestie van de handgeschakelde zesbak in z’n vrij zetten en het koppelingspedaal op laten komen, de motor schakelt zichzelf dan uit. Na het intrappen van de koppeling is de motor alweer bij de les en kun je zonder problemen wegrijden. Via de eerder genoemde boordcomputer kun je in het ‘eco-menu’ zien hoeveel minuten je per rit (of totaal) groen bezig bent geweest. Zodra de motor via de start-/ stopfunctie zichzelf uitschakelt, start de stopwatch met tellen. Als de airco vol staat te loeien, houdt de elektronica het niet zo gek lang vol, na iets meer dan een halve minuut zwengelt de startmotor het aggregaat weer aan. Is de airco uitgeschakeld dan kan ie wel een paar minuten standby staan. Ook twijfelt de elektronica af en toe (wel of niet uitschakelen) waardoor het stationairtoerental rond de 500 omwentelingen per minuut schommelt met als gevolg dat je bij wegrijden iets dieper het gaspedaal moet beroeren om afslaan van de motor te voorkomen. Volgens zijn scheppers resulteert deze start-/ stoptechniek in een aanzienlijke brandstofbesparing in de stad. De fabriek vermeldt een gemiddeld verbruik van 1 op 18,2. Wij verstookten op een kleine 1.000 kilometer (met aardig wat snelwegkilometers) zo’n 65 liter benzine, omgerekend dus 1 op 15,4. Enig idee hoeveel minuten we die week groen bezig zijn geweest? Voor stoplichten, openstaande bruggen en andere opstoppingen heeft de Urban Cruiser 19 minuten en 38 seconden standby gestaan; inderdaad, met de motor uitgeschakeld dus. Kijk, dat is nog eens besparen!

De Toyota Urban Cruiser is in ons land in principe louter met de 1.3 VVT-i benzinemotor te bestellen. In andere landen behoort ook een dieselaggregaat tot de mogelijkheden. Prijzen beginnen bij 17.750 euro voor de meest simpele Comfort-uitvoering. Het Pure White proefkonijn in Dynamic-trim met zaken als lichtmetalen 16-inch hoogglans wielen, een automatische airco, privacy glass achter, smart entry (instappen en starten met het sleutelkastje in je zak) en een bluetooth handsfree systeem kost 21.520 euro.

Deze autotest is fueled by Gulf

Reviews

Schrijf een review

Prijs:

Uiterlijk:

Degelijkheid:

Prestaties:

Reviews (0)

Er zijn nog geen reacties. Plaats hierboven je reactie.