Seat voorzag in de A4 van Audi wel een zakelijke topper voor eigen gebruik. Het huidige ‘vlaggenschip’ Toledo speelt immers een marginale rol in de markt, het merk moet het nu vooral hebben van de Leon en Altea. Om de A4 echter als volwaardig lid toe te laten treden tot de Seat-familie, gingen de designers aan de slag met het front en de achterzijde. Een belangrijke klus, die kan zorgen voor een harmonieuze eigen interpretatie of zichtbaar geknutsel met lijnen. In onze ogen heeft deze ex-Duitser zo een eigen karakter gekregen. Een zijwaartse blik maakt echter nauwelijks verschil, hier zie je nog duidelijk de koele, strakke lijnen die Audi de A4 heeft meegegeven. Wel verzorgen de nieuwe buitenspiegels een Spaans tintje.
Premium-Seat
Voor het interieur hadden de ontwerpers bij Seat minder speelruimte. Hier ging het merk aan de slag met bijvoorbeeld een stuur en versnellingspook van eigen makelij. Daarnaast is het lettertype van het instrumentarium aangepast naar Seat-style, bovendien zijn de entertainmentmogelijkheden gemoderniseerd: nu kan de audiofiel zijn hart ophalen met een AUX-aansluiting in de middentunnel. De Style-uitvoering die hier in ons midden is wordt geleverd met een beige of zwartgetint interieur. Wij rijden met de beige kleurstelling, wat fraai contrasteert met de bovenzijde van het dashboard (dat rechtstreeks uit de A4 Cabriolet is overgenomen). De indeling van de middenconsole kan ons wel bekoren; het rijtje knoppen bovenaan getuigt niet van de meest moderne manier van ergonomisch en fraai ontwerpen, maar je hebt ze wel altijd bij de hand. Bovendien is de afwerking zoals we gewend zijn van een hoog 'Duits' niveau, iets waar de overige Seat-modellen nog niet aan kunnen tippen.
Zitcomfort
Voor het Exeo-meubilair is gekozen voor een comfortabele insteek, zonder de sportieve rijder in de steek te laten. De voorstoelen zitten werkelijk als gegoten en bieden veel ondersteuning. Hier houden we het wel even uit! Op de achterbank verrast de Exeo niet, het is hier duidelijk krapper dan in een Passat of Mondeo. Wie langer is dan 1.85 meter komt al snel in de knel met de knieën. Niets aan te doen natuurlijk, maar hoe dan ook wel een puntje van kritiek. Helemaal achterin treffen we de bagageruimte, die 460 vrije liters ter beschikking stelt. Opnieuw is de Exeo sedan geen segmentkampioen, maar in de praktijk is dat vrijwel geen punt.
Comfortabeler dan je denkt
Onderweg zorgt de Seat voor de grootste verrassing; de Exeo is helemaal niet zo stevig afgeveerd als je zou verwachten! Een verademing voor Leon-rijders met rugpijn. Het doorgaans sportieve merk houdt een stevige afstemming van het onderstel voorbehouden aan liefhebbers van het sportonderstel op de Sport-versie. Ons advies is om vooral de standaardversie te kiezen, waarvoor Seat speciaal nog aanpassingen heeft verricht door onderdelen van de A6 en S4 te gebruiken voor de ophanging. Dan blijkt de Exeo zich te ontpoppen als een veelzijdige kilometervreter. Comfortabel en uitermate solide op de lange rit met wat dynamiek voor het speelkwartier. Je kunt de Exeo namelijk best door de bocht sturen, met veilig onderstuur richting 'de grens'. In de testweek kozen we vooral voor een ontspannende rit. De besturing is vrij licht, dat had nog wel iets steviger gemogen. Echt sportief is de Exeo ook niet, daarvoor zul je ‘quattro’ moeten hebben, maar dat levert Seat (nog) niet.
Prima blazen
De 1.8 turbomotor is van beide markten thuis. Het is weliswaar een oudgediende zonder directe inspuiting, maar hij levert wel 150 pk en 220 Nm trekkracht. En een lekker geluidje! Bij starten en laag in de toeren klinkt de viercilinder sonoor, alsof er onheil op komst is. Het is echter een soepel blok dat vanaf zo’n 2250 toeren op stoom is, kordaat begint te sleuren en bij volle acceleratie het op een grommen zet. De trekkracht is echter niet zo groot dat de straatstenen uit de grond worden getrokken (een TDI ben je in ieder geval niet de baas), maar de 1.8T is krachtig genoeg om vlot door het verkeer te loodsen. Ook in de zesde versnelling geeft de Exeo nog thuis. Je voelt te allen tijde dat presteren gemakkelijk afgaat. De fabrieksgopgaven bevestigen dit: nul tot honderd lukt in iets meer dan negen seconden, de topsnelheid bedraagt 217 km/u. Het C-label dankt de Exeo aan het gemiddelde verbruik van 7.9l/100km. Tijdens de testperiode snoepte turbomotor een litertje extra van het sap.
Prijzenslag
Eigenlijk geen verrassing, maar wel heel prettig is de prijslijst van de Seat Exeo. De S in de neus is minder waardevol dan vier ringen, vanaf 23.995 euro staat er een Exeo 1.6 Reference voor de deur. Dieselen kan louter met common rail motoren, vanaf 28.195 euro voor de 2.0 TDI 120 pk Reference. Dit uitrustingsniveau is al compleet met zeven airbags (incl. knieairbag) en ESP, climatronic, elektrische ramen rondom, een boordcomputer en radio/CD/MP3-speler, maar je beschikt dan over de 102 pk sterke instapper, waarmee je het misschien wat Spaans benauwd krijgt. Onze 1.8 Style staat voor 28.995 euro geprijsd en is af-fabriek verpakt met cruise control, 16 inch lichtmetaal, parkeersensoren achter, een licht- en regensensor, een multifunctioneel stuurwiel, aluminium sierlijsten en een anti-diefstalalarm.
Navigatie en xenonverlichting ontbreekt in dit rijtje maar is optioneel of in één van de scherp geprijsde pakketten verkrijgbaar. Je kunt zelfs ook profiteren van allerlei 'premium' snuisterijen als een zonnedak met zonnecellen om het ventilatiesysteem van stroom te voorzien bij uitgeschakelde motor, of een elektrisch bedienbaar zonnescherm op de hoedenplank. En wat te denken van dubbel glas?! Die goede oude tijd is zo slecht nog niet!
Schrijf een review