Na een eerste kennismaking met de benzinegestookte Forester valt ons iets op aan deze Forester Boxer Diesel: hij ziet er vlotter uit. Een blik op de brochure helpt ons uit de brand: Subaru rust de dieselvariant als Luxury uit met 17 inch wielen (een maat groter) en monteert daarnaast een dakspoiler. De dubbele uitlaat is wederom van de partij. Helemaal niet te missen is de luchthapper op de motorkap, die broodnodig is om de diesel van verse adem te voorzien. Het verstevigt de stoere uitstraling van de Forester en maakt ‘m ook iets sportiever voor het oog. De bordeauxrode lak en handgrepen met aluminiumlook verzachten het robuuste voorkomen en verzorgt samen met chroom langs de zijramen een vriendelijke en chique touch. Hier kun je als zakenman prima mee voor de dag komen!
Lekker in z'n vel
We gaan er voor het gemak maar van uit dat de meeste diesel-Foresters voor kilometervreters wordt gereden. De meerprijs ten opzichte van de tweeliter benzine is namelijk bij een gelijke uitrusting toch 3500 euro, bovendien is het trekvermogen voor beide motoriseringen identiek; 2000 kg. Een belangrijk verschil tussen beiden is de motorkracht. De 2.0D heeft met krap 150 pk en 350 Nm namelijk veel meer trekkracht te bieden, bij een veel lager toerental. Waar de benzinegestookte variant flink op toeren gehouden moet worden en niet meer dan modaal presteert, voelt de turbodiesel zich kiplekker. Zolang de toerenteller minimaal 1900 toeren aanwijst duwt de zelfontbrander de 1525 kilogram wegende koets enthousiast vooruit. Ook de bediening van de zesbak (speciaal voor de Forester ontwikkeld) weet veel meer te overtuigen, deze wisselt veel minder hakerig van verzet maar biedt nog altijd wel de gewenste stevigheid. Op snelheid zorgt de goed gespatieerde overbrenging voor rust in de tent: bij 120 km/u draait de diesel slechts 2200 toeren.
Een boxermotor staat bekend om zijn lage zwaartepunt en de trillingsarme loop. Dat lijkt moeilijk verenigbaar met een oliestoker maar niets is minder waar. De 2.0D ontwaakt met een typische boxer-sound en loopt vervolgens rustig en geciviliceerd zijn rondjes. Niet voor niets dat Subaru trots is op hun zelfstandig ontwikkelde krachtbron! Het testverbruik bevestigt de verfijning van de boxerdiesel: gemiddeld ging elke 13.3 kilometer een liter diesel uit de tank, de fabrieksopgave is 1 op 15.5.
Ruim en overzichtelijk
Het interieur is met de komst van de nieuwe generatie Forester een flink stuk gegroeid. Met twee voorstoelen en een niet verschuifbare driezits achterbank is de Japanner geen multifunctioneel inzetbaar product, wel hebben alle inzittenden een ruime zitplaats met meer dan voldoende been- en hoofdruimte. Het aantal vrije centimeters is vergeleken met het segment zeker niet doorsnee. De bagageruimte meet 450-1660 liter, ook dat is prima voor elkaar. De styling van het dashboard is typisch Subaru, met vloeiende lijnen en veel kunststof materialen. De kwaliteitsindruk is door dat laatste niet meer dan gemiddeld, al steken diverse delen wel goed in elkaar. Bovendien hebben de ontwerpers zwart- en grijstinten afgewisseld met alu-look accenten en doet de veloursbekleding voor het zitmeubilair hoogwaardig aan. Over de overzichtelijkheid hebben we dan weer niets te klagen, want met de hooggeplaatste radio/navigatie (optioneel, Pioneer) met daaronder drie draaiknoppen voor de klimaatregeling zijn de belangijkste zaken voor onderweg binnen handbereik. Ook is er stuurbediening voor audio en cruise control voorhanden. Een boordcomputer is eveneens aanwezig, maar heeft een beperkt aantal functies en zit verborgen ‘achter’ het klokje bovenop het dashboard.
Geen sportieveling
In het voorgaande hebben we belicht dat de Forester Boxer Diesel sportiever overkomt, en dit ook onder de kap waar maakt. De vraag rijst nu of de Forester zich onderweg ook dynamischer laat sturen. Ons vermoeden wordt echter bevestigd: de Forester is geen dynamische sprinter maar een comfortabele, goedmoedige asfaltridder. Een bocht insturen gaat vrij indirect en bovendien begint de koets over te hellen. Jammer, maar helaas, er is ongetwijfeld een betere afstelling te vinden, met behoud van comfort. Aan grip is weer geen gebrek, daar staat Subaru’s befaamde Symmetrical All Wheel Drive wel voor garant. Wel moet de dieselversie in tegenstelling tot de benzineversie een lage gearing ontberen.
Vrij luxe uitgerust
Subaru levert de Forester met dieselmotor in drie uitvoeringen, vanaf 35.995 euro voor de 2.0D Comfort. De 2.0i benzine kost 32.495 euro, maar die meerprijs is deels te verklaren door de iets rijkere uitrusting voor de dieselvariant (onder meer de toevoeging van lichtmetalen wielen). De importeur gaat uit van een veeleisende en kieskeurige koper, dus zijn zaken als ESP, zes airbags, niveauregeling, 16 inch lichtmetaal, mistlampen, een lederen stuurwiel, automatische airco, cruise control, verwarmbare stoelen en een audiosysteem met vier speakers standaard aanwezig.
Onze Luxury kost 38.495 euro en voegt daar 17 inch lichtmetaal, meegespoten buitenspiegels, een dakspoiler, dakrails, xenonverlichting en een krachtiger audiosysteem aan toe. Optioneel behoort een schuifdak, elektrisch verstelbare stoelen, DVD-navigatie, keyless-go en lederen bekleding tot de mogelijkheden. De dealer kan echter verder nog bandenspanning-, parkeer- en regensensoren, een alarm en privacy-glass monteren.
Schrijf een review