Een verrassing is dat helemaal niet. De nieuweling is immers volbloed familielid van succesnummers S40 en V50, die beide hun architectuur delen met de zeker wat onderstel betreft deksels goede Ford Focus. Ook de motoren voor de C30 komen natuurlijk uit dezelfde stal en daar geldt eveneens voor dat ze uitstekend voldoen.
Nu telt design voor een coupé extra zwaar, maar het prototype dat in Detroit begin dit jaar de show al stal bracht ons tot groot enthousiasme en de definitieve versie, die op de Parijse autosalon zijn opwachting maakte, bleek gelukkig in vrijwel niets daar van af te wijken. Een verrukkelijk ding dus.
Nu is vooringenomenheid geen deugd die je als autojournalist echt veel verder brengt, maar onze hooggespannen verwachtingen omtrent de C30 werden absoluut niet teleurgesteld toen we onlangs eindelijk met de nieuweling konden rijden. Nu stonden alleen de topmotoren tot onze beschikking, allereerst de beresterke T5 turbomotor die we uit de familie kennen, maar ook in de Focus ST waar hij met zijn 220 pk voor grote vreugde zorgt. Hij geeft de C30 de spreekwoordelijke vleugels, al dan niet in combinatie met de uitmuntende zestraps Geartronic of samen met de sportievere handgeschakelde zesbak. Met de handbak is de top 240 km/h en sprint de C30 in 6,7 sec naar de 100, de automaat is maar ietsje trager: 235 km/h en 7,1 tellen.
De andere topper was de eveneens vijfpits D5 diesel, die 180 pk te bieden heeft, maar vooral indruk maakt door zijn koppel van 350 Nm dat van 1.750 tot 3.250 toeren zo lekker hoog blijft. De D5 heeft een top van 220 en gaat in 8,4 sec naar de honderd, waarbij zijn gemiddelde – en officiële – verbruik 6,9 liter per 100 km blijft. Het voortreffelijke onderstel zorgt er voor dat ook bij fors accelereren het akelige ‘schaatsen’ nagenoeg achterwege blijft. Je kunt met deze twee versies héél erg hard en natuurlijk heeft veiligheidsapostel Volvo de C30 voorzien van alle mogelijk voorzieningen op dat terrein.
Nu is de C30 met acht motoren te koop, die allemaal ook in de S40/V50 leverbaar zijn. Het begin bij 1,6 litertjes die met hun 100 (benzine) of 109 (diesel) paardenkrachten geen deuk in een pak boter lijken te kunnen slaan, maar zo’n 1,6-je weegt wel eventjes 143 kilo minder dan de 1.322 kg zware T5 – de D5 met automaat komt zelfs op 1.379 kilo. Dus kan zo’n C30 met kleine motor best voor leuke rijprestaties zorgen – zolang je de vaart er maar in houdt. Weer hebben het helaas nog niet kunnen proberen.
Alle versies hebben dat leuke interieur, met zijn vier afzonderlijke, goed verstelbare en uiterst comfortabele stoelen. Het ziet er van binnen allemaal even lekker uit, met mooie materialen, een dito afwerking en dat heerlijk koele Zweedse design. De redelijke koffer (251-894 liter), kan zowel met een stevige ‘hoedenplank’, als een soepele ‘tent’ van ongewenste blikken worden gevrijwaard.
Het draagt allemaal veel bij aan het pure kijkplezier dat deze stoere kleine Zweed biedt. Als concurrent voor een Audi A3, een goed aangeklede Golf, of een Alfa 147 is een prijs vanaf 23.950 euro echt niet onredelijk. Dieselen kan vanaf 28 mille en topper T5 mag vanaf 36.770 euro met je mee.
Schrijf een review