Zo’n origineel ontwerp als de Audi TT is makkelijker om zeep te helpen dan precies zo te vernieuwen dat hij nieuw is en toch mooi blijft. De eerste foto’s die we van de nieuwe TT zagen deden ons even voor het eerste vrezen, maar in het echt is de TT veel mooier dan op foto’s. De stoere proporties zijn gebleven, die lage ramen, die gedrongen, ronde lijnen en opmerkelijk genoeg is de TT de eerste Audi waarop we de grote gapende grille wel fraai vinden staan.

Ook van binnen is alles nieuw bij de TT, maar van de vele aluminium accenten uit het oude model zijn er toch wel wat verdwenen. Maar ook deze Audi heeft weer een uitmuntend afgewerkt interieur met mooie materialen. Je zit er opmerkelijk ruim in, maar de achterbank is hooguit voor zuigelingen. Maar je kunt wel de rugleuning van de achterbank omklappen om wat extra laadruimte te creëren, maximaal 700 liter.

Aud biedt de TT aan met de tweeliter Turbo FSI-motor met 200 pk. Die maakt opnieuw duidelijk dat directe benzine-inspuiting – net als bij diesels – alleen prettig functioneert met een turbo. Hij hangt zo lekker gretig aan het gas, dat je het idee hebt met een veel sterkere V8 te maken te hebben. Voorlopig is die motor er alleen nog met voorwielaandrijving, maar dat is met het puike onderstel van de TT geen echte belemmering. Het vermogen komt bijna geheel op de weg zonder schaatsende voortrein of rukken in het stuur.

Bij de andere motorkeuze, de 3,2 liter V6 met 250 pk, is dat sowieso geen probleem, want die heeft standaard vierwielaandrijving. Maar die versie maakt de TT wel zwaarder en dus zeker niet lichtvoetiger in het verkeer en bovendien nauwelijks sneller, maar wel dorstiger.

Een lastige keuze als de portemonnee ruim gevuld is, want de V6 klinkt wel een stuk aangenamer. Maar ook met de tweeliter TT ben je bepaald niet gestraft. Hij is er vanaf 45.490 euro, de V6 kost meteen 9.500 euro meer.