De wijzigingen aan het uiterlijk zijn overigens niet echt spectaculair te noemen en al zeker niet bij de Avant. Niemand die bij de introductie van de RS6 Avant begin dit jaar opmerkte dat ie al beschikte over het nieuwe koetswerk. Dat verklaart wellicht ook de omvang van de ingreep. In tegenstelling tot de LED-strip in de koplampen zijn de diodes in de buitenspiegels en achterlichten voortaan wel standaard, zowel voor de sedan als Avant. Kermisklanten dienen dus nog wat dieper in de buidel te tasten om ook van voren herkend te worden aan de LED-strip, zoals bij ieder model alleen leverbaar in combinatie met xenon-verlichting. Behalve de wijzigingen aan de verlichting is de voorbumper ietwat aangescherpt en is de belijning van de kont van de sedan aangepast. En dan hebben we het wel zo’n beetje gehad. Vergeten we nog wat nieuwe exterieurkleuren, andere stofjes in het interieur en -om het simpel te houden- keuze uit liefst 16 (!) verschillende dessins aan lichtmetalen wielen.
Isolatie
De facelift is dus vooral ‘gebruikt’ om de motoren te finetunen en om nieuwe exemplaren te introduceren. Aan het benzinefront start het gamma met een 2,0-liter TFSI-motor goed voor 170 pk. Jawel, je leest het goed, de instapper beschikt al over een relatief hoog vermogen. Overigens betekent dat niet dat je voortdurend bij de pomp staat. Volgens de fabrikant neemt de viercilinder genoegen met 7,5 liter op honderd kilometer, goed voor een B-label. Over de milieulabels gesproken, zeventig procent van het A6-aanbod heeft een groen (A/B/C) etiket. Zelfs de nieuwe 3.0 TFSI, die de ‘oude’ 3.2 vervangt. Onder de kap geen turbo, maar een compressor, die het vermogen opschroeft naar een niet misselijke 290 pk. Wat dat betekent voor de prestaties? In 5,9 seconden zit je al aan de honderd en de koek is op bij 250 km/h (begrensd, uiteraard). Aangezien Audi nogal wat waarde hecht aan een stil interieur merk je van binnen nauwelijks met een zescilinder op pad te zijn. Louter bij stevig accelereren dringt het motorgeluid lichtjes naar binnen. Dankzij de compressor zijn de klanken niet zoals we gewend zijn van een zescilinder, nee, de motor produceert een wat rauw geluid. Dat geldt echter niet voor de atmosferische 2.8 V6 FSI, die de plaats inneemt van de 2.4. Maar ook hier dien je een raampje te openen om iets van de motorsound waar te kunnen nemen. Standaard is de krachtbron gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak. De pook ligt lekker in de hand en met veel precisie kun je de verschillende verzetten inleggen. Deze nauwkeurigheid missen we eigenlijk in de besturing. Rond de middenstand voelt de installatie een beetje onnatuurlijk aan. Dankzij het koppelverloop kun je in de 2.8 redelijk schakellui rijden, al is ie onder de 2.000 toeren niet echt thuis. Daarna verloopt de acceleratie vrijwel in een lineaire lijn en bereik je naar wens in 7,3 seconden de 100 km/h. Als topsnelheid lezen we in de spec’s een waarde van 240 km/h. Wie meer power wil, hoeft absoluut niet naar de concurrent te wandelen. Wat te denken van een 4.2 FSI met 335 pk, een S6 of als regelrechte topper de RS6 met de 580 pk sterke V10-biturbo onder de kap? Nu ook leverbaar als sedan voor de lieve som van 163.275 euro. Scheelt toch weer ruim 3 mille met de über-Avant. En de prestaties zijn er niet minder om. Het gaat eigenlijk allemaal té gemakkelijk in de RS6. Kortom, geen optie als je niet regelmatig op bezoek gaat bij onze oosterburen.
A-label
Genoeg over de benzinebroeders. Hoe is het gesteld met het dieselaanbod? Goed. Om te beginnen is daar de 2,0-liter TDIe. Met de ‘e’ van efficiency, dus voorzien van lage rolweerstandbanden, langere overbrengingsverhoudingen en nog enkele voorzieningen die het verbruik reduceren. Resultaat? Een heus A-label. De commonrail diesel beschikt over 136 pk en 320 Nm aan koppel. Ruim voldoende, kunnen we je verzekeren. De sprint duurt 10,3 tellen en de efficiënte diesel topt op 208 km/h. Ook hier heeft Audi weer niet bezuinigd op isolatiemateriaal; je hoort de motor nauwelijks lopen. Komend voorjaar kun je de 2.0 TDI ook met 170 pk bestellen, tenminste als je al niet zelf een chippie op de kop hebt getikt. En verder zien we nog twee zescilinders, de 2.7 en 3.0 TDI. Beide aggregaten zijn aangepast en nemen genoegen met minder brandstof. Leuk detail, het gemiddeld verbruik van de 2.7 is vergelijkbaar met het verbruik van de 2.0 TDI viercilinder van enkele jaren geleden.
Vanaf eind oktober staat de vernieuwde A6 bij de dealer. Prijzen beginnen bij 43.790 euro voor de 2.0 TFSI. Dieselen kan vanaf 44.790 euro in de 2.0 TDIe. Wie zich graag verplaatst in de 3.0 TFSI met standaard de zestraps tiptronic-transmissie moet rekening houden met een bedrag van 62.790 euro.
Schrijf een review