Toen Subaru in 1997 de Forester presenteerde, onderscheidde hij zich door zijn veelzijdige looks. Trekjes van een stationwagon, een MPV en terreinauto waren hem niet vreemd. Standaard vierwielaandrijving en een boxermotor maakten deze Jap nog meer eigen. In 2002 verscheen de tweede generatie, die op dezelfde leest geschoeid was. Ondertussen speelden andere merken in op de SUV-hype. Dat is men in Japan ook niet ontgaan. De derde generatie Forester – die wij onlangs reden – kreeg dan ook een flinke groeistuip. In lengte meet hij nu 7.5 centimeter meer, in de hoogte is het verschil zelfs 11 centimeter. Het resultaat is een formaat compacte SUV zoals we die kennen van de Chevrolet Captiva, Kia Sportage en Renault Koleos. Daarmee zijn de uiterlijk overeenstemmende kenmerken met de concurrentie grotendeels besproken.

De Forester heeft – zoals het een Subaru betaamt – een heel eigen karakter. De combinatie van hoekig- en scherpgevormde lijnen met excentrieke details kenmerken de nieuwste aanwinst van het merk. Wat te denken van de uitstulpende mistlampen voor? De forse breed uitlopende achteruit doet vervolgens weer denken aan de vorige generatie. Zijn forsere afmetingen versterken zijn stoere inborst. Liefhebbers van een motorkap met luchthapper worden overigens nog niet op hun wenken bediend. Een turbobenzinemotor ligt niet in het verschiet. Wel wordt dit najaar de tweeliter boxer turbodiesel aan het leveringsprogramma toegevoegd.

In het interieur bekruipt ons een vertrouwd gevoel. Het hoogopgetrokken dashboard is netjes afgewerkt en de glooiende lijnen naar de passagierskant toe doen de gedachten afdwalen naar grote broer Tribeca en de vrij conventioneel afgewerkte versnellingspook en stuurwiel kennen we reeds uit de Impreza. De stoelen zijn comfortabel gevormd, waarbij de bekleding een fijne stofstructuur kent. Ze bieden je een hoge zit en geven een overzichtelijke uitkijk op de instrumenten, én de weg. Dankzij stuurbediening voor cruise control en radio heb je de belangrijkste zaken binnen handbereik. Jammer dat de armsteun tussen de voorstoelen eigenlijk alleen een opbergvak is. Achterin verbaast ons de zitruimte op de achterbank. Hier houden we het wel even uit! Verder is de achterbankleuning verstelbaar en neerklapbaar en kunnen de voorstoelleuningen ook ‘plat’. De bagageruimte met maximaal 1660 liter vrij fors bemeten. Tijd om te gaan rijden.

In het vooronder huist – traditiegetrouw – een viercilinder boxermotor. Het is een tweeliter, die 150 pk in de strijd te brengen heeft. In combinatie met een gedempt boxer-geronk weet deze krachtbron adequaat te presteren. De ‘slechts’ 1440 kg wegende Forester blijkt geen al te zware dobber. Ondanks de fijn schakelende maar lang gespatieerde vijfbak – één met zes verzetten is nog niet leverbaar – kun je toch vlot door het verkeer sturen. Nee, niet strepentrekkend, daarvoor is 150 pk niet voldoende. Maar in feite kom je niets te kort en staat de boxer garant voor een gunstige balans tussen prestaties en brandstofverbruik. We scoorden in de testperiode namelijk niet ongunstiger dan 1 op 11, en dat lijkt ons helemaal geen slecht resultaat voor dit type (vierwielaangedreven) auto. Zeker wanneer de Forester met tweeliter Boxer Diesel verschijnt zal deze ongetwijfeld hoge ogen gaan scoren in de Trekauto van het Jaar verkiezing. Met standaard hoge en lage gearing voor alle handgeschakelde Foresters en Hill Start Assist heeft de Japanner ook weer een streepje voor op de concurrentie.

Onderweg ontpopt de Forester zich als een comfortabel reisgenoot. Heel dynamisch rijden is niet aan deze Japanner besteed. Daarvoor is hij te soepel geveerd en treedt er te vroeg onderstuur op. Feit is wel dat oneffenheden en ruw wegdek netjes wordt gladgestreken. Misschien maar goed ook dat er nog geen turbo-versie leverbaar is. Dat zou Impreza Turbo rijders die toe zijn aan iets groters namelijk niet goed uitkomen. Wie toe is aan lange afstands reizen, comfort en luxe is echter wél aan het goede adres.

Ons testexemplaar betreft de Luxury, die na de Comfort in de prijslijst staat vermeld. Voor 34.495 euro ben je voorzien van alle gemakken als automatische airco, radio/cd met wisselaar, ESP, cruise control, elektrische ramen/spiegels, verwarmbare voorstoelen, 16 inch lichtmetaal en een eenvoudige boordcomputer. Moderne zaken als xenonverlichting en niveauregeling achter zijn ook standaard aanwezig. Wie voor de 1500 euro duurdere Premium-uitvoering gaat wordt nog verwend met elektrisch verstelbare stoelen een elektrisch schuif-kanteldak. De optielijst is prettig kort en beperkt zich tot lederen bekeding, geintegreerde navigatie en metaallak.