De Mazda CX-7 vertegenwoordigt de succesvolle Zoom-Zoom filosofie van het merk. De gedachte achter deze filosofie wordt met kernwoorden als pakkend en sportief, ervaring van exclusiviteit en doordachte oplossingen omschreven. Boze tongen die met ‘grijze muis-kritiek’ willen strooien worden hiermee direct de mond gesnoerd. De CX-7 ziet er gewoon goed uit. Zijn front is lekker breed en oogt onmiskenbaar als een Mazda. De flanken hebben een raamlijn met een knikje er in. Speels, maar je moet er van houden. De oplopende lijn onderstreept zo wel zijn dynamische inborst, waarbij de gespierde wielkasten en donkergetinte zijruiten achter nog voor wat uiterlijk vertoon zorgen. Aan de achterzijde zien we nog een Japans trekje. De achterlichten zijn transparant uitgevoerd en worden dan in de volksmond vaak ‘Lexus-achterlichten’ genoemd. Met 4,68 meter moet je wel even twee keer kijken wat voor vlees je in de kuip hebt. Zijn lage daklijn zet je in eerste instantie op het verkeerde spoor en zijn ijsblauwe lak gooit ook nog wat roet in het eten. Maar als je er eenmaal naast staat is de CX-7 toch best een hoge, forse auto Met de gedachte dat deze Jap in eerste instantie voor Amerika was bedoeld, is dat eigenlijk niet verwonderlijk. Al met al is de CX-7 een prettige sportieve verschijning, die niet te protserig of te fors oogt, maar wel aanwezig is. Een plus!
We zeggen het nu maar vast, het interieur kan wat ons betreft ook op een plus rekenen. De entree biedt uitzicht op een donker dashboard, veelvuldig afgewerkt met een sportief bedoelde aluminiumaccenten. De hoogglans pianolak afwerking schept vervolgens de nodige klasse. Het ontwerp is strak gelijnd maar is wel origineel, afgewisseld met ronde vormen in de middenconsole. De afwerking is netjes te noemen en laat ook kwalitatief een goede indruk achter. Knoppenkoningen worden wel vrolijk van deze Mazda, maar een echt dwaalspoor wordt het niet. De bediening van de stoelverwarming is wel een dissonant. De plaatsing van de knoppen – achter de handrem – is niet handig, en ook de knoestige knoppen zelf verdienen geen schoonheidsprijs en doen – geheel in strijd met de rest - erg gedateerd aan. De lederen bekleding is wat glad, maar heeft een originele bies in het midden. Een stijlelement van de ontwerpers zullen we maar zeggen. De ruimte in het interieur stelt ons niet teleur. Hoewel de daklijn wat lager is dan de meeste opponenten, kunnen naast de bestuurder vier passagiers prima plaatsnemen. Ook is de beenruimte in ruime mate voorhanden. Eenmaal ingestapt pakt het in hoogte verstelbare sportstuur lekker vast, en biedt tevens plaats voor bediening van de cruise control de audio. Daarachter prijkt de driekoppige klokkenwinkel ons tegemoet. De teller lay-out is enigszins misleidend, omdat de wijzernaald helemaal naar beneden wijst in ruststand. Daardoor rijd je al op snelwegtempo wanneer de naald horizontaal staat. Goed kijken dus. Leuk is wel – hoewel teveel gedimd met ingeschakelde verlichting - dat de telleraanduiding rood is gekleurd. Een waarschuwend signaal voor wat er onder de motorkap huist?
Mazda heeft voor de CX-7 slechts één motorisering in petto. De 2.3-liter turbobenzinemotor neemt de taak op zich. We kennen deze viercilinder uit de Mazda 3 en 6 MPS en deze levert in de CX-7 ook 260 pk en 380 Nm. Voor deze 1700 kg zware mastodont is dat helemaal geen straf! Met een draai aan het ‘contactslot’ komt er leven in de brouwerij. De CX-7 kent namelijk keyless entry; de sleutelkaart verschaft op afstand de toegang en kan verder gewoon op zak blijven. Vanaf zo’n 2500 toeren begint de turbo voelbaar te assisteren en begint de CX-7 enthousiast te sleuren. Wanneer je het pedalenspel eenmaal onder de knie hebt kom je snel van je plek. Vanuit stilstand naar 100 accelereren is dan ook in krap 8 seconden voltooid. De zesbak heeft lange verzetten en laat zich zonder gemor bedienen. In al zijn enthousiasme bij het versnellen is soms een miniem schokje te voelen. Bij 210 km/u maakt de begrenzer een eind aan de voorwaartse drang. Eenmaal op snelwegtempo roffelt de viercilinder weer rustig zijn rondes in het vooronder.
Nu is de CX-7 natuurlijk niet primair als sportauto bedoeld, want bij een dergelijke auto moet immers ook het nodige reiscomfort geboden worden. Mazda heeft daarvoor in het onderstel voor een verrassend prettige balans gezorgd. De demping is stevig, maar oncomfortabel wordt het niet. De Japanner laat zich strak en zonder overheldrama door de bochten sturen en kent onder de meeste omstandigheden – dankzij niet-permanente vierwielaandrijving – praktisch geen tractieverlies. Op lagere snelheden valt wel op dat de snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging niet al te ijverig is en vereist insturen en draaien iets van de spieren. Er moet een beetje gewerkt worden!
De inzittenden worden niet alleen vanwege zijn rijcomfort getrakteerd op een plezierige rit. Om het iedereen naar de zin te maken levert Mazda de CX-7 met lekker veel luxe af. Er zijn twee uitrustingsniveau’s leverbaar, Touring en Executive. Wij zijn met die laatste trim op stap en worden verwend met de genoemde keyless entry, xenonverlichting, elektrisch verstelbare bestuurdersstoel, automatische airconditioning, stoelverwarming en parkeersensoren voor- en achter. Wanneer eenmaal het Bose-audiosysteem met cd-wisselaar ons ter ore komt kan een glimlach niet onderdrukt blijven; dat klinkt goed! Navigatiemogelijkheden zijn vreemd genoeg niet leverbaar, een misser.
De Mazda CX-7 staat vanaf 44.495 euro voor de deur. De vermadelijde ‘slurptax’ heeft met 1100 euro wel vat op de prijs gehad – een praktijkverbruik van 1 op 8 is immers niet iets om over naar huis te schrijven – maar desondanks is de prijsstelling scherp en heb je niet alleen een originele keuze, maar bovenal een goed rijdende en fors presterende SU… ehh crossover in handen! Wie durft?
Schrijf een review