Hij is prachtig, die nieuwe Spider. Afgeleid van de al even mooie Brera, die weer veel trekjes heeft van de 159. De neus is bijvoorbeeld vrijwel identiek op de drie genoemde auto’s. Hoewel het een geslaagde neus is, hadden de Brera en de Spider misschien toch een eigen front verdiend.
De Spider is volledig gebaseerd op het platform van de Brera, dat weer een ingekorte versie is van de 159. De lengte is iets geringer, breedte en wielbasis zijn identiek, maar vanaf de voorruit volgt de Spider een andere lijn dan de Brera. De ruit loopt verder door en is lager, zo laag zelfs dat je er je hoofd aan stoot als je niet oppast.
De achterkant is erg mooi geworden, met aërodynamische bulten achter de hoofdsteunen en fraaie welvingen boven de spatborden. Vooral open is de Spider een plaatje, maar ook dicht zijn de proporties goed en dat was in het verleden wel eens anders. De kap is overigens elektrisch bedienbaar en heeft voor het openingsritueel zo’n 25 seconden nodig. Op de inhoud van de kofferruimte (235 liter) heeft de geopende kap geen invloed, maar als er ook een reservewiel aan boord is – standaard alleen een reparatiesetje – is er nog maar 200 liter over.
Het interieur van de Spider is nagenoeg identiek aan dat van de 159 en de Brera. Ook hier vinden we het geslaagd – al kun je twisten over die enorme plaat nepaluminium in de middenconsole waarin de zon soms hinderlijk weerkaatst. Maar je kunt je afvragen of de Spider toch niet een wat afwijkend interieur heeft gekregen.
Je zit prettig in de Spider, maar wel dicht bij de voorruit. Personen die de 1,90 meter lengte overschrijden zouden wel eens kunnen klagen over de stoel die te hoog staat, voor kleinere mensen kan hij ver genoeg naar beneden. Omdat de voorruit ver is doorgetrokken, waait de wind keurig over je heen en wervelt het alleen achter je een beetje. Maar dat is weer te verhelpen door een zogenaamd windschot – in dit geval een plastic ruitje – tussen de twee rolbeugels achter de stoelen te monteren. Dan blijft de wind helemaal buiten en kun je er ook op een snelweg een stevig tempo op nahouden.
Om van de Spider een stevige open auto te maken – het weghalen van het dak is funest voor de sterkte van een zelfdagende carrosserie – zijn allerlei versterkingen in de carrosserie aangebracht. Daardoor is het gewicht van de auto zo’n 75 kilo hoger dan de Brera. Maar dat was al geen lichtgewicht, dus de Spider brengt het rijklaar in de versie met 2,2 liter viercilinder motor tot 1.600 kilo. En de Spider 3.2 V6 met vierwielaandrijving laat de meter zelfs tot 1.760 kilo uitslaan.
Dan is het dus wel prettig dat die motoren een beetje vlot zijn. Op papier is dat ook beslist het geval, want de 2.2 JTS (directe injectie) levert 185 pk en de 3.2 V6 zelfs 260 pk. Toch valt de levendigheid in de praktijk een beetje tegen. De combinatie van het hoge gewicht van de Spider en het wat taaie gevoel van de benzinemotoren – dat hebben we bij direct ingespoten benzinemotoren al vaker ondervonden – maakt er niet direct een erg sportieve auto van. En het ooit zo karakteristieke motorgeluid is ook verdwenen, toen Alfa Romeo is overgeschakeld op benzinemotoren die hun oorsprong hebben bij General Motors. Misschien dat de veel trekkracht biedende 2.4 turbodiesel die later komt de eer nog een beetje kan redden.
Het rijden viel ons dus een beetje tegen, vooral omdat het fraaie uiterlijk van de Spider en de sportieve reputatie van Alfa Romeo zulke hoge verwachtingen wekken. Tot de pluspunten behoort de solide afwerking, maar helemaal torsievrij is de Spider toch niet. En de vering is aan de harde kant, zodat je bij het nemen van een hobbel soms een duidelijke siddering door de carrosserie voelt gaan.
Op het weggedrag valt niets aan te merken, afgezien van het feit dat Alfa mee doet aan de mode om de besturing iets teveel te bekrachtigen. Dat gaat ten koste van het gevoel en de nauwkeurigheid. En da’s wel jammer, want ook de Spider heeft die mooie wielophanging, waarmee scherp stuurwerk eigenlijk een groot genoegen zou moeten zijn.
In zijn huidige vorm is de Spider een auto geworden die er sportief uitziet, maar dat in de praktijk door zijn hoge gewicht en wat mat aanvoelende motoren niet kan waarmaken. De auto moet het vooral hebben van zijn uiterlijk. Maar om dat in huis te halen zal er diep in de buidel moeten worden getast. Volgens de importeur zal de Spider ruim 2.500 euro meer gaan kosten dan een Brera. Dat betekent dat de prijzen ergens rond de 45 euromille zullen beginnen.
Schrijf een review