De Volkswagen Touran heeft het na zijn introductie in 2003 heel lang volgehouden; pas dit jaar is er een nieuwe. Enerzijds begrijpen we dat wel; functioneel en technisch gezien voldeed hij nog wel. Klanten waren er anno 2015 wel op uit gekeken: de verkopen waren helemaal ingezakt. Is de MPV uitgebloeid; een beetje, maar Renault en Opel doen nog steeds best aardige zaken. De Touran moest dus beter worden om zich te herpakken.

Groter maar lichter 

Volkswagen ging volgens de MQB-filosofie aan de slag en bouwde een volledig nieuw model dat langer en breder is maar ook meer wielbasis heeft. Qua ruimte is de nieuwe Touran dus sowieso een goednieuwsshow, maar evenmin mag onvermeld blijven dat het gewicht tegelijkertijd met 62 kg is afgenomen. Groeien en afslanken tegelijk, dat zien we graag. Toch is de Touran geen lichtgewicht, hij weegt evenveel als concurrent Opel Zafira en da's geen vederlicht.

Sprankelend qua design is de Touran nooit geweest, ook niet toen de neus van chroom werd voorzien bij de facelift in 2006 of werd verfijnd in 2010. Conservatief is de Touran van nu wederom, maar met iets scherpere rechte lijnen en zichtbaar geprofileerde flanken heeft de carrosserie wat meer details om naar te kijken. Ook de chroomomrande mistlampen en optionele LED-koplampen in de (kortere) neus geven de Touran een keurige, vernieuwde aanblik. Maar spannend is het natuurlijk niet. 

Besparing?

Functioneel, dat moet de Touran als MPV zijn. Daarom is de nieuwe generatie naast een vijfzitter ook een zevenzitter. Daar moet je natuurlijk voor bijbetalen, waarna kinderen op de derde zitrij kunnen plaatsnemen en beschikken over bekerhouders, een opbergvakje en - als ze een beetje lenig zijn - 12v en 220V-aansluiting en een (uitneembaar) lampje om papa of mama mee via de binnenspiegel te jennen. Zodra vooral bagage mee moet kunnen de nu niet meer uitneembare stoelen van de Touran worden neergeklapt. Ook de stoel van de bijrijder is plat te leggen zodat meterslange objecten binnenin kunnen worden vervoerd, in plaats van op het dak (of helemaal niet).

Zakjes aan de leuning van de voorstoelen en in verschillende tredes opklapbare tafeltjes geven de Touran weer praktisch gemak voor inzittenden. Opvallend is de keuze om de deurpanelen vóórin uit hoogwaardig en zacht kunststof te laten bestaan terwijl achterin gewoon keihard en krasgevoelig materiaal is gebruikt. Ook de klaptafeltjes geven niet de indruk onbreekbaar te zijn. Zijn we hier aan het besparen? Handjes thuis kids, anders worden papa en mama boos. Ook opvallend is de uitlijning van de stoelen op de tweede zitrij; de linker en rechter stoel staat verder naar buiten dan de voorstoel er tegenover. Zo kijken de passagiers op de tweede rij dus een beetje langs bestuurder en bijrijder. Valt er nog iets meer te zien.

Comfortabeler 

De opbergruimte voorin is keurig voor elkaar en links van de bestuurder zien we bovenin nog ruimte voor een centenbakje. De bestuurder zelf zit nog steeds wat hoger van de grond - zoals dat bij de meeste segmentgenoten het geval is. Het staat in de nieuwe generatie iets minder vlak en dat komt goed uit, want ook in het rijden is de nieuwe Touran minder een busje en meer een personenauto geworden. Tegelijkertijd is het onderstel minder stevig; zelfs 18 inch velgen maken de auto niet stoterig en dat was vroeger wel anders, weten we uit ervaring. Massagestoelen voorin maken de Touran op de lange baan nog comfortabeler. 

Hollandse motoren

Net als vroeger is de Touran verkrijgbaar met verschillende turbomotoren, oplopend van de bescheiden 1.2 TSI met nu 110 pk en de 1.6 TDI met datzelfde vermogen naar de 1.4 TSI en 2.0 TDI 150 pk. Aan de top staat nu een 1.8 TSI goed voor 180 pk terwijl aan de dieselkant de tweeliter is aangesterkt naar 190 pk. Wij rijden eerst met de 'Hollandse' motorisaties zoals de 1.6 TDI, al was het omdat die (met DSG) van 20% bijtelling profiteert en er voorheen aardig wat van verkocht zijn. De diesel is aanmerkelijk stiller dan zijn voorganger maar kan met 110 pk en 250 Nm uiteraard niet toveren; het blok is redelijk soepel en sleurt bescheiden. Prima voor in Nederland - terugschakelen is zo gepiept - maar voor vakanties in het heuvelige buitenland wat krap. Ach, op vakantie heb je de tijd en die bijtelling is - dit jaar althans - mooi meegenomen. De 1.4 TSI maakt het rijden in de Touran waardig en in combinatie met DSG - tijdelijk zonder meerprijs - is dat een prettige combinatie die fluitend (letterijk, trouwens!) de Touran op snelheid weet te brengen. Van de 1.2 TSI verwachten we net als bij de instapdiesel dat deze flink aan het werk moet. Maar daar zal niet alle clientèle van de Touran mee zitten.

Prijzen

Die 1.2 TSI zorgt er ook voor dat de prijs een beetje prettig blijft, al doet Volkswagen toch pas zaken vanaf 28.890 euro en kost de 1.6 TDI al 32.790 euro. Daar kun je ook een Passat voor kopen. Of een hele luxe Golf Sportsvan - en daar kun je ook aardig in stapelen - maar die is er toegegeven alleen als vijfzitter. De 1.4 TSI met handbak start bij 31.690 euro als Trendline met airco, 16 inch velgen, cruise controle en zeven airbags. Tweeliters zijn vrij prijzig maar lopen wel met hun vermogen te koop dankzij de dubbelpijps uitlaat. Optisch sneller voor de dag komen kan ook met de R-Line. Dat is misschien een beetje overdreven voor een MPV maar het maakt de Touran wel iets gelikter om te zien. 

De handige en veilige innovaties die de Touran van deze tijd maken (zoals adaptieve cruise, Front Assist met City Emergency Brake of de Easy Open elektrische achterklep staan veelal op de optielijst. Heel handig is het Trailer Assist systeem dat na instructies over de te bepalen draai richting - te geven via de spiegelverstelling - een aanhanger of caravan zelf in een vak parkeert. Dat neemt toch weer even een stressmomentje uit handen en doet het altijd goed op de camping. Kijk buurtjes, zonder handen! Fijne vakantie!