Nederland is het eerste land dat met de vernieuwde Auris mag kennismaken. De importeur zit om het faceliftmodel verlegen, nu die nog weer iets zuiniger (79 gram CO2) is en in aanmerking komt voor 14% bijtelling. Zodoende heeft Toyota de enige stationwagon met automaat van Nederland in handen die van dit bijtellingsvoordeel mag profiteren. Hoewel die hybride in ons land voor maar liefst 75% van de Auris-verkopen zorgt, blijkt die versie ook op Europees niveau populair, gezien het verkoopaandeel van meer dan 50%.

1.2 T uit eigen huis 

De rest van de koek wordt ingevuld door de bestaande 1.3 liter benzinemotor met 99 pk, een in eigen huis ontwikkelde 1.2T met 116 pk en twee diesels met 1.4 of 1.6 liter inhoud. Voor ons is de 1.2T een interessante nieuwkomer, ter vervanging van de atmosferische 1.6 liter. Niet alleen verwelkomt het merk voor het eerst een turbobenzinemotor, ook bedraagt het trekgewicht van de Auris 1.2T een ruime 1300 kg, terwijl de Auris hybride maar een paar honderd kilo (345 kg) aan de haak mag. Tijdens de test hebben we de sleurhut er niet bij gehaald, maar een eerste ronde met de 1.2T leert dat hij mooi stil loopt en best vinnig is. Ook al levert hij minder vermogen dan zijn voorganger, de prestaties zijn beter.

De gunstig gespatieerde zesbak en een gestroomlijnde koets helpt de Auris (hatchback) met deze 116 pk sterke turbomotor aan een topsnelheid van 200 km/u, terwijl de 0-100 sprint een tel of tien bedraagt. Heel netjes dus en zelfs sneller dan de hybride. Na de testroute van een uur rijden wist de boordcomputer niet minder dan 7.0 liter aan te wijzen, al beloven de Japanners dat de 1.2T een liter of vijf consumeert in de theoretische verbruikscyclus. Onze eerste conclusie is dat de nieuwe turbomotor goed voldoet, maar niet super zuinig is.  Toegegeven, het is ook geen driecilinder maar een viercilinder. Volgens Toyota een bewuste keuze omdat de gemiddelde uitstoot van het totale Toyota-wagenpark al laag (genoeg) is door het grote aandeel hybrides. Vooruit dan maar.

BMW-diesel 

Aan de dieselzijde doet overigens de nieuwe 1.6 liter diesel intrede, afkomstig van BMW/Mini. Een eerste indruk leert dat deze van de Auris geen wildebras maakt, maar vooral imponeert met veel trekkracht vanaf een laag toerental. Een soepele diesel met 112 pk, die dankzij 110 gram CO2-uitstoot precies in de 20% bijtellingscategorie valt. Het trekgewicht van de diesel ligt op hetzelfde niveau als de 1.2T: 1300 kg.

Relaxed hybriden

Gezien de populariteit van de Auris hybride kunnen we het niet laten ook daar mee te rijden. Deze aandrijflijn is weliswaar wat duurder in aanschaf – 655 euro in vergelijking met de 1.2T CVT automaat of 2155 euro handgeschakeld – maar daar staat een lager verbruik en dito onderhoudskosten tegenover. De facelift heeft aan de hybridetechniek niets gewijzigd en dus is deze versie je vriend als je van relaxed rijden houdt. Dat is ook hoe Toyota de Auris hybride in de markt zet, naast zijn lagere bijtelling. En relaxed rijden is voor zowel particulier als kilometervreter interessant. Geen wonder dat we zonder problemen (en zonder te treuzelen!) 4.7 l/100km noteren op de gevarieerde testroute. Kortstondig reden we ook elektrisch met een gangetje van maximaal 70 km/u.

Stiller

Om het gemoedelijke karakter te versterken is de Auris door Toyota slim aangepakt. Het interieur heeft betere geluidsisolatie – dat is te merken; minder motor- en rijgeluid – en daarnaast is vering, demping en besturing aangepakt voor meer comfort, stuurgevoel en stabiliteit. We kunnen alleen maar toegeven dat de Auris prettig in de omgang is. Bovendien is het interieur ruim genoeg voor vier volwassenen en bieden de stoelen behoorlijke steun. Hier echter geen riante beenruimte zoals bij de Skoda Octavia, maar wel weer veel bagageruimte tot 1658 liter (Auris Touring Sports).

Japanse trekjes 

Typische ‘Japanse’ trekjes zoals een relatief hoog afrolgeluid is de vernieuwde Auris vreemd. Ook het interieur is aanmerkelijk opgefrist om moderner uit de hoek te komen; we zien ronde ventilatieroosters, een kokervormig instrumentarium en een nieuwe console met andere klimaatregeling. Het geïntegreerde aanraakscherm van het groter uitgevallen infotainmentsysteem is voor deze gelegenheid op een ‘zwevende’ manier gemonteerd. Toch benaderen Japanners anno 2015 het begrip ‘kwaliteitsbeleving’ op een andere manier dan veel Europese merken; harde kunststoffen in de deuren, synthetische deur- of stoelbekleding en fantasieloze knoppen voor de raambediening zijn de Auris niet vreemd. Het zal ongetwijfeld lang heel en goed blijven, maar als Toyota daar iets meer moeite in steekt – de Auris is immers ook voor Europa ontwikkelt – maakt dat de verfijnde indruk wat ons betreft compleet.

Pre-Collision System

De komst van veiligheidssystemen zoals Lane Departure Alert en een Pre-Collision System noodremassistent (die werkt tussen 30 en 80 km/u) laten wel zien dat Toyota aan het uitbreiden van actieve veiligheid werkt. De importeur meldt trots dat de grootste Auris-concurrent – de Peugeot 308 SW BlueHDi – deze veilige snufjes moet ontberen. Dat klopt, maar de vraag is of dit bij de koper (lees: de leaserijder) de doorslag geeft, de automaat is dat wellicht wel. Bovendien is zo’n noodremsysteem ook niet zaligmakend; het treedt alleen in werking als de bestuurder volledig is afgeleid. Wanneer hij te laat reageert en nog deels weet uit te wijken voor zijn voorligger, wordt er niet geremd. Mocht de voorligger een voetganger zijn; de neus ziet er wel puik uit. De facelift maakt de Auris weer wat gelikter om te zien.

Prijzen

De prijzen van de Toyota Auris zijn eerder al aan bod gekomen. De Auris prijslijst start bij een keurige 18.950 euro (1.3, Comfort) en 23.795 euro als het de 1.2T (Aspiration) mag zijn. Hybriderijden doe je voor minimaal 24.395 euro (Comfort) en - gezien de prijs minder interessant - vanaf 27.450 euro staat de 1.6 D-4D-F klaar. De Auris Touring Sports is 1300 euro duurder. 

Deze Auris leasen? Klik hier voor meer details op LeaseAutoVandaag!