Voorganger Almera, die van 1995 tot 2006 in productie was, werd door een overstelpende saaiheid gekenmerkt, die de voor de hand liggende en daardoor flauwe verwijzing naar de gemeente Almere volstrekt rechtvaardigde. Niet dat de nieuwe Pulsar (Nissan gebruikte de naam eerder voor een bij ons nooit verkocht model) een adembenemend design heeft, maar hij beschikt wel over sympathieke lijnen en straalt een zekere vlotheid uit.
Toch verdoezelt de styling op de één of andere wijze het krachtigste verkoopargument dat de Pulsar in huis heeft: zijn werkelijk enorme binnenruimte. Hij staat op verreweg de langste wielbasis in het C-segment (zeg maar: de Golf-klasse) en dat schenkt hem een ongekende beenruimte voor de achterpassagiers, maar ook nog eens het kampioenschap laadcapaciteit voor bagage: liefst 385 liter met de achterbank in de zithouding en een stationcar-achtige waarde wanneer dat meubel is platgeklapt: 1.395 liter.
Wielbasis 270 cm
De wielbasis van 270 cm overtreft alle klassegenoten, zoals die van de langdurig koploper Ford Focus (265 cm), Opel Astra (268,5 cm), VW Golf (263,5 cm; Sportsvan 268,5 cm) en Peugeot (262 cm). De beenruimte achterin bedraagt bijna 70 cm en schaart zich met die waarde nog in de top van het D-segment. Er kunnen heuse volwassenen prettig vertoeven, want ook het in- en uitstappen gaat uitermate gemakkelijk.
Dit gaat allemaal niet ten koste van de voorinzittenden, want ook daar is de ruimte riant, óók in de breedte, met bijvoorbeeld zeer comfortabele armsteunen in de portieren. De voorpassagiers hebben een aardig uitzicht op een charmant dashboarddesign, uitgevoerd in prettige materialen, die nu eens niet volledig in de voorruit worden weerkaatst. Alleen de omlijsting van het middenpaneel, dat een bescheiden, maar adequaat en haarscherp display omvat, is uitgevoerd in de momenteel onvermijdelijke ‘pianolak’, een verdoezelende term voor het goedkoopste soort glimmend plastic.
Extra display
De terecht keurig ronde klokken flankeren midden voor de neus van man of vrouw achter het stuur een extra display, waarop de geldende aanwijzingen voor het navigatiesysteem, plus allerhande andere wetenswaardigheden kunnen worden geprojecteerd. Precies zoals het hoort, hetgeen ook voor de verdere bedieningsorganen geldt.
Ook de stoelen zijn van een on-Japanse kwaliteit, want eens een keertje niet te kort én met veel zijdelingse steun. Nissan maakt zich helaas ook hier schuldig aan een veel voorkomende foute besparing, door de rechterstoel niét in hoogte verstelbaar te leveren. Mag onze wederhelft niet lekker levelen? Of, omgekeerd, als hij of zij achter het stuur zit, moet ik dan te hoog wiebelen?
Radar
Afhankelijk van het uitrustingsniveau hebben we de beschikking over allerlei al dan niet elektronische hulpjes, zoals dodehoekwaarschuwing, rijstrookcontrole en een actieve rem-assistent, die eerst waarschuwt als je naar zijn smaak te dicht op een voorganger rijdt, vervolgens wat bijremt en tenslotte zelfs een volledige remingreep verricht. Dat gebeurt bij alle rijsnelheden en kan een kop-staartbotsing voorkomen, of tenminste de gevolgen daarvan beperken. Het werkt met radar in de wagenneus.
Het Nissan Safety Shield kan ook met een systeem van tv-camera’s worden uitgerust (Around View Monitor) die elkaars beelden combineren en op het display weergeven alsof (bij parkeren en zo) de Pulsar uit een vogelperspectief wordt bekeken. Het werkt uitmuntend, want merkt ook bewegende kinderen of dieren op. De camera in de achterklep wordt automatisch voortdurend gereinigd. Handig, terwijl andere merken de camera bijvoorbeeld in het embleem laten uitklappen.
Altijd airco
Ongeacht welk uitvoeringspakket de koper kiest (Visia, Acenta, Connect Edition of Tekna; de Business Edition is niet te koop maar wordt alleen geleased), een goede airco zit er altijd in, net als elektrische raambediening rondom (de Pulsar is er alleen als vijfdeurs), bandenspanningsmonitor en stop/startsysteem. Op het kleine display vertelt dat zelfs hoeveel koolzuurgas er zojuist bespaard is.
Twee motorversies zijn er, om mee te beginnen. Beide al bekende krachtbronnen in diverse Nissans en Renaults. De 1.2 liter turbobenzinemotor (DIG-T 115) beschikt over 115 pk en een koppel van 190 Nm. Niet al te vlot, maar wel mooi stil en de zesbak is meer dan voortreffelijk (de X-Tronic automaat was niet bij de persintroductie beschikbaar). De 1.5 liter diiesel (dCi 110) heeft 110 pk en met zijn 260 Nm aanzienlijk meer doorzettingsvermogen. Vooral op de vele hellingen in de uitgebreide testroutes in de omgeving van Barcelona (waar de Pulsar wordt gebouwd) kwam die beter uit de voeten, maar levert daarentegen wanneer hij wat moet presteren een behoorlijke akoestische bijvangst. Er zit nog een 1,6 liter turbobenzinemotor van 190 pk in de pijplijn en die komt volgend jaar.
Comfortabel
Met de Franse invloeden van concernbaas Renault is de Pulsar behoorlijk comfortabel gemaakt. Niet te hard geveerd, maar toch met een hoogst acceptabele wegligging. De extreem lange wielbasis zorgt mede voor een prima stabiliteit in rechte lijn en een echte vriend van flitsend bochtenwerk is hij dan ook niet. Tikkeltje minder onderstuur had wel gemogen, maar de elektrische stuurbekrachtiging is lichtjaren verwijderd van de systemen waarmee Renault aanvankelijk zo blunderde. Relaxt, daar gaat het allemaal om bij de Pulsar.
Relaxen in een weelderige ruimte. De prijslijst begint bij € 19.290, oliestook kan vanaf 22.690 euro. Ze hebben allemaal een B-energielabel en 20 procent bijtelling.
Schrijf een review