Strikt genomen is de M235i geen concurrent van al die opgevoerde gezinsautootjes die getrouw het voorbeeld volgen van dé pionier op dit terrein, de Golf GTI. Dat zijn allemaal voorwielaandrijvers met een grote achterklep en de BMW 2-serie is de vriendelijk gelijnde coupé-versie van de 1-serie, een sedan. Die 1 is wel degelijk sparring partner voor auto’s als de Golf en de Mercedes-Benz A-Klasse, maar hij heeft als enige in die omgeving achterwielaandrijving – en dat geeft hem in de sportieve sfeer meteen al een onoverbrugbare voorsprong.
Niettemin vissen al die kleine sportievelingen in dezelfde vijver, die boordevol zit met auto’s die naast hun dagelijks taak als gezinsauto graag ook de rol vervullen van sportauto. Daartoe zijn dan motoren gemonteerd die qua vermogen de dagelijkse behoeften ruimschoots ontstijgen, terwijl doorgaans ook de wegligging danig is aangepakt, terwijl uiterlijk en verdere aankleding zonder ál te veel ophef de sportievere inslag althans voor het kennersoog verraden.
Duidelijk afstand
Neem bijvoorbeeld de Renault Mégane R.S. die we hier vorige week ten tonele voerden. Met een turbomotor van 265 pk, een formidabel onderstel en een leuke aankleding, inclusief voortreffelijke Recaro sportkuipjes, verschaft die de sportief ingestelde automobilist(e) een verheugende mate van rijplezier – en dat voor de alleszins schappelijk prijs van 35 mille. En ook daarin neemt de kleine BMW coupé duidelijk afstand: hij is er vanaf 57 mille, maar ons testexemplaar torste een prijskaartje van € 72.030. Hij heeft dan ook wél 327 pk te bieden. Die komen dan uit een zescilinder-in-lijn van bijna drie liter, extra opgekieteld door een twin-scroll turbo.
De enige hot hatch die een beetje in die buurt komt is de Volkswagen Golf R, die kan bogen op 300 pk en dan ook voor dik 50 mille qua prijs zijn landgenoot benadert. De Honda Civic R, die volgend jaar, na talloze teasers, eindelijk op de markt komt in dezelfde vermogensklasse, terwijl de prijs nog in nevelen is gehuld.
Sportauto
De ware concurrenten voor de BMW M235i vinden we dan ook eigenlijk in de gelederen van de als sportauto opgezette automobielen als een Porsche Cayman, een Peugeot RCZ of een Audi TT. In dat gezelschap staat de kleine BMW wat rijden betreft absoluut zijn mannetje, maar biedt wel plaats aan vier volwassenen: hoewel het de coupéversie van de 1-serie is (en dus volgens de nieuwe nomenclatuur van de Beiers een even serienummer heeft) is de hoofdruimte achterin nauwelijks minder, terwijl ook de beenruimte gelijkwaardig is – en dus evenmin overhoudt.
Even over die naamgeving: de M in de typeaanduiding slaat op de van M(otorsport) afkomstige aankleding. Een M2 mag deze versie zich niet noemen, want zo’n nóg sportievere uitvoering schijnt wel degelijk op komst te zijn. Volgens geruchten komt die er in 2016 en schijnt gedoteerd te zijn met een twinturbo drieliter met meer dan 400 pk.
Levendig
Tot dan is het dus even behelpen met de 326 paardenkrachten die de M235i te bieden heeft. Eerlijk gezegd: dat is genoeg. Voor op straat in ieder geval wel; de racerij is natuurlijk wat anders, dan kan je nooit voldoende vermogen hebben. Maar deze voorlopige topper van de 2-serie geeft verrukkelijke prestaties, want met zijn hoge koppel biedt hij een levendigheid die je maar zelden tegen komt. Ons testexemplaar had niet de standaard zestraps handbak, maar de automaat die over acht, zeer nauw aansluitende verzetten beschikt. Vanwege het vriendelijker brandstoflabel is die automaat trouwens iets goedkoper óók. Het schakelt voorbeeldig en reduceert de acceleratietijd naar de honderd nog eens met tweetiende seconde: in 4,8 tellen. De topsnelheid is natuurlijk weer schijnheilig begrensd tot 250 km/h, maar dat is in de Nederlandse praktijk toch slechts van theoretische waarde.
Spelen
Met dat vermogen en het hoge koppel is het heerlijk spelen, want het onderstel is er meer dan ruimschoots op berekend. Ook wanneer je de schakelaar voor de rij-modus in super-sport zet (en dat mag je van de elektronische engelbewaarders best lekker dwars) is de beheersbaarheid slechts te classificeren onder het hoofdje ‘kinderspel’. Het gaat allemaal zó makkelijk en natuurlijk. Eerlijkheid is troef.
Om de brandstofconsumptie een beetje in de buurt van de officiële verbruikscijfers te houden hebben we in de stad vooral de spaarstand van de rij-modus benut en ook dán blijft de M235i een hoogst sportieve speelse rakker. Het verschil in acceleratietijden zal per stopwatch wel te meten zijn, voor je gevoel gaat het nauwelijks trager, hoewel de akoestiek vanaf de stand ‘comfort plus’ wat ingetogener is. In de stand Sport en Sport Plus zet hij wel een fikse keel op, hetgeen een vreugde kan zijn, maar niet altijd hóéft.
Comfort
Is het rijden een genoegen in z’n puurste vorm, echt helemaal BMW, het comfort heeft daar niet onder te lijden. De M-aankleding is werkelijk schitterend en tot in de puntjes afgewerkt. De Recaro’s zijn van het juiste type, met dat uitschuifbare zittingdeel onder je knieën, elektrisch verstelbaar en met alle goede steun op de juiste plekken. Ook het lekkere stuurtje is natuurlijk voldoende verstelbaar en over het instrumentarium hoef je bij BMW niets te vertellen.
Met deze M235i hebben we expres precies dezelfde routes gereden als met een Porsche Cayman S, vorig jaar, waarin een weggetje dat we echt kunnen drómen. Het plezier dat de BMW daar oplevert doet niet of nauwelijks onder aan die Cayman, terwijl de praktische bruikbaarheid toch echt wat groter is. Ook in dat licht – over een RCZ of een TT hebben we het dan niet eens – is deze hot hatch-verslinder en hoogst aantrekkelijke aanbieding – en wie de 58 mille te bar is, komt met een 220i van € 37.500 ook heel weinig te kort.
Schrijf een review