Op een liefst 11 cm langere wielbasis dan de ‘berline’, heeft de S(tation) W(agon) een bagageruimte die door omklappen van de deelbare achterbank van 610 liter kan groeien tot een kolossale 1.775 liter. Daar heeft zelfs de heersende kampioen op dit gebied in het C-segment, de Skoda Octavia Combi, niet van terug. Die komt tot 1.740 liter.

De laadvloer in die loods is prachtig vlak en, afhankelijk van de uitvoering, voorzien van mooie rails waar allerlei hulpjes op en in passen die de lading voor zwerven kunnen behoeden. Vier ankers zijn dan al standaard. Onder de vloer zitten nog een paar kelders die ook nog het nodige kunnen verstouwen. De marketingmensen van Peugeot hebben de achterbank de titel ‘Magic Flat’ gegeven en dat duidt op de slimme hendel in de zijwanden waarmee de delen van de achterbank in één keer kunnen worden platgelegd, waarbij de zitting van de achterbank dan meteen zakt.

Prijsverschillen
Die enorme laadruimte is hét verkoopargument van de SW, die afhankelijk van de versie vanaf zo’n € 1.500 duurder uitvalt dan de 'berline'. De prijsverschillen tussen de vijfdeurs en de combi variëren mede doordat bij identieke motoriseringen de BPM anders uit kan vallen vanwege de verschillen in CO2-uitstoot. Er is alle reden om te verwachten dat de SW iets populairder zal worden dan de hatchback, hetgeen wordt bevestigd door de nu al genoteerde orders. De prijzen beginnen bij € 21.450 en dat betreft een 110 pk benzine met de 1.2 e-THP, voor de zakelijk interessantere (want 14% bijtelling noterende) BlueHDI 120 pk diesel € 24.500.

Afgezien van het ruimteverschil (en het als extra leverbare glazen panoramadak) zijn de twee carrosserieversies van de 308 identiek. Dat wil zeggen: lekker comfortabel en ook, voor een Franse auto, erg goed afgewerkt. Van het dashboard zijn we niet zo gecharmeerd, want die klokken die er bovenop zitten zijn, wanneer ik althans het stuur en de stoel in de voor mij goede positie heb gezet, voor het belangrijkste deel aan het zich onttrokken. ‘Nee, agent. Ik kon niet zien hoe hard ik reed,’ zal door een verbalisant niet als doorslaggevend excuus worden aanvaard. Dat het lekkere kleine stuurtje van onderen is afgeplat is hier overbodig en geen pluspunt: in sommige erg lage sportauto’s is het wel eens noodzaak.

Kinderziekte
Dat de toerenteller ‘verkeerd om’ draait zal me een zorg zijn, want dat is volgens mij voor gewone vervoersmiddelen een overbodig instrument. Verder is het dashboard wel mooi strak en het centrale display redelijk briljant. Het navigatiesysteem werkt goed, maar de trots gepresenteerde Peugeot Connect Apps liet het op dit gebied totaal afweten wegens gebrek aan ‘bereik’ in de nostalgische badplaats Le Touquet waar de nieuweling aan de pers werd voorgesteld. Kinderziekte, zullen we maar mild oordelen. Handig is wel dat alle gegevens van de boordcomputer op een smartphone gedownload kunnen worden.

De demonstratie van het automatisch inparkeren, niet alleen ‘in file’ maar ook instekend, lukte wel, al houdt het systeem dan niet erg genereus rekening met de ruimte die rechts zittende passagiers aan portieropening zouden wensen. De achteruitrijcamera werkt ook goed, maar dat is allang geen nieuw snufje meer.

Aanwinst
Peugeot nam de gelegenheid te baat om twee nieuwe motoren te presenteren, die natuurlijk ook in de berline komen. Heel nieuwsgierig waren we naar de driecilinder PureTech turbomotor die goed is voor 130 pk, maar zich vooral onderscheidt door het lekkere koppel van 230 Nm bij al 1.750 toeren. Niet minder dan 95% van dat koppel is beschikbaar in de brede toerenband van 1.500 tot 3.500 toeren en als je goed gebruikt maakt van de meer dan voortreffelijke (en eveneens nieuwe) zesbak is het officiële verbruik van 4,7 l/100 km niet eens zó theoretisch. Verrassend is dat de driepitter een lekker geluid afgeeft, zelfs de duidelijk hoorbare roffel bij fors optrekken komt aangenaam over. Een aanwinst.

Dat geldt ook voor de nieuwe 1,6 BlueHDI van 120 pk en vooral de tweeliter BlueHDI met 150 pk, die we met de nieuwe zestraps automaat reden. De diesel is buitengewoon stil en de automaat (van Aisin) speelt, met boterzachte schakelmomenten, perfect in op het koppel van 370 Nm, bij 2.000 toeren. Shortshiften in de praktijk en dat levert een voorbeeldig verbruik op (officieel 3,8 l/100 km) en een bijtelling van 20%. De 1,6-l diesel, waar we niet mee hebben gereden is zelfs goed voor 14%. Met 120 pk en 300 Nm kan die auto heel wat Nederlandse leaserijders blij gaan maken. Naast deze drie nieuwe krachtbronnen blijft de 1,6 THP benzine leverbaar en is de genoemde, milde versie van de 1.2 e-THP (110 pk) driepitter op komst.

De mooie verbruikscijfers komen mede tot stand door het feit dat de Peugeotbouwers nu eens heel goed op het gewicht hebben gelet. De SW weegt minimaal 1.160 kg en dat is zomaar 70 kilootjes minder dan z’n voorganger. Niettemin komt ook de SW-versie erg solide over en valt het ontbreken van piepjes en kraakjes op.

Naar ons idee is de SW-versie, ook al door zijn elegante lijnvoering, de meest aantrekkelijke Peugeot 308 van het moment. Of je wilt dieselen, of die interessante driecilinder kiest hangt af van de geplande inzet. Maar die oceaan van ruimte komt altijd van pas.