Jaguar plaatst de F-TYPE in het rijtje van de D-Type en E-Type. Hij borduurt op zijn eigen manier voort op zijn sportieve voorgangers en heeft in ieder geval aan de 'platte' achterzijde het herkenbare DNA van de F-Type zitten, vinden wij. Een in de achterlep verwerkte spoiler is echter noodzakelijk om stabiliteit bij hoge snelheden te garanderen. Onderhuids hebben de Britten verder hun best gedaan het gewicht te beperken. Gezien het leeggewicht van 1695 kg gingen ze niet all-the-way, maar wetende dat ook naar de constructie van de voorruit en het tapijt is gekeken, heeft Jaguar flink wat huiswerk gedaan.

Voor de samenstelling van het motorpalet was minder huiswerk nodig, maar dat betekent niet dat er ook maar iets op aan te merken valt. De 3.0 SC zescilinder met 340 pk is de 'instapper' en heeft al een fel, eigen geluid om verlief op te worden. Zeker met de optionele uitlaatkleppen, standaard op de 380 pk sterke V6 S uitvoering, is het werkelijk genieten en komen we tot de conclusie lang niet zo'n mooie V6 sound gehoord te hebben. Fantastisch. De 5.0 Supercharged V8 - herkenbaar aan vier uitlaatpijpen in de diffuser - is bruter en knettert er op los, ook bij gas los. Met 495 pk kan deze de F-TYPE nog véél harder van zijn plaats brengen; bijvoorbeeld van 80-120 in 2.5 seconden of van 0-100 in 4.2 seconden. De topsnelheid ligt op 300 km/u maar is begrensd. 

Onderweg blijkt keer op keer hoe goed de F-TYPE zijn grip kwijt kan. De V6 en V6S zijn uitgerust met een mechanisch sperdifferentieel en dat is goed te merken. De tractiecontrole hoeft nauwelijks in te grijpen wanneer je in een krappe bocht weer op het gas staat. Natuurlijk is een en ander soepeler af te stellen dankzij de Dynamic Mode, zodat je toch ietsje meer speelruimte krijgt. Bij de V8 - die een nog geavanceerder elektronisch geregeld sper heeft - roep je dat nog makkelijker op, maar vóél je ook precies wanneer dat moment daar is. En dat maakt het nou zo leuk rijden. De V6 is onze favoriet om dat hij vanaf 90 mille al zoveel plezier biedt maar 40.000 euro doorsparen voor de V8 (de BPM gooit roet in het eten) kunnen we evenmin afslaan. Bovendien stuurt de V8 iets zwaarder (lekkerder op hobbelige landwegen). In het voortreffelijk ingerichte interieur zouden we trouwens alleen nog stoelventilatie wensen. Je moet toch wat te zeuren hebben, nietwaar?