Waar Renault, Ford en Peugeot gewoon ‘CC’ toevoegen aan de typeaanduiding, kwam Volkswagen met een nieuwe modelnaam 'Eos'. Door uitgebreide mogelijkheden op gebied van motorisering en uitrusting aan te bieden hoopt VW dus zowel de Golf Cabrio-rijders als een nieuwe kopersgroep te interesseren die eigenlijk in het premiumsegment aan het zoeken waren.

De Eos deelt het onderstel en techniek met de Golf, maar is wel twee decimeter langer en iets breder van postuur. Daardoor is er meer ruimte gecreëerd voor het dak, en dat is maar goed ook, want meestal hebben de achterpassagiers behoorlijk te lijden onder zo'n complexe dakconstructie. In de Eos valt het gelukkig nog mee, omdat het dak uit drie delen bestaat in plaats van twee delen. Het geeft de ontwerpers meer 'speelruimte'. Achterin levert geen zeeën van ruimte op, maar twee personen met niet al te uitbundig kapsel kunnen het wel uithouden. Het dak biedt naast een cabrio-gedaante ook nog de mogelijkheid van een schuifdak, zodat er bij elke rit genoeg te kiezen valt. Mocht je een verkeerde keuze gemaakt hebben en het begint te regenen, dan biedt de Eos je binnen 30 seconden weer een volledig onderdak. Een ware attractie.

Voorin zien we het bekende Golf-dashboard, die voor de Eos is voorzien van aluminium afwerking op de ventilatieroosters. Hij was verder voorzien van accesoires uit het Individual-gamma. Dat is een lijn om je Volkswagen naar eigen hand te zetten met exclusieve elementen. Voor zover een Volkswagen exclusief is, natuurlijk. De stoelen zijn bekleed met een zwart/beige lederen bekleding. De beige bies op de randen geeft het een exclusief tintje. Om het af te maken zijn de deuren deels afgewerkt met leder.

Het exterieur laat een neus zien dat dankzij de koplampen en chromen grille iets weg heeft van de Passat. Dat is vast geen toeval...Het geheel oogt mooi in balans, doet best dik aan en de lichtmetalen velgen van ons zwarte testmodel geven de Eos een sportieve uitstraling. Dat mag ook wel, want onder de kap gromt een gewillige zescilinder!

Onze Eos is namelijk voorzien van een 3,2 liter V6 met 250 pk aan boord, maar het motorpalet start al met minder dan de helft aan kracht, de 115pk sterke 1.6 FSI. Al die power past misschien niet zozeer bij het cabrio-cruisen, maar wel bij een sportscoupé. De Eos maakt het allebei mogelijk, afhankelijk van je humeur. Het stevige onderstel gecombineerd met brede, platte banden biedt in ieder geval het nodige rijplezier, maar het is niet zo stevig dat een stukje comfortabel cruisen onmogelijk wordt gemaakt.

Wie voluit gaat en denkt de begrenzer in te snellen komt bedrogen uit, bij 247 km/u is de koek op. Wat een straf...Met een acceleratie van 0-100 in 7,2 seconden ben je in ieder geval het heertje dunkt ons. En veel hoef je daarvoor niet voor te doen, want de Duitsers leveren ‘m standaard met zestraps DSG. Deze versnellingsbak beschikt over twee koppelingen, waardoor je altijd de juiste versnelling voorgeschoteld krijgt. Geloof ons, zelf kun je het niet sneller, maar eigenlijk zijn we van een 'potje poken' ook nooit vies. Een luxeprobleem kent de Eos ook. De brandstoftank meet slechts 55 liter, zodat je regelmatig een pitstop moet maken om de V6 te plezieren.

Wie ook over zo'n luxeprobleem wil beschikken moet flink sparen. De Eos die wij reden moest ruim 63000 euro opbrengen. Daar kun je ook een Volvo C70 voor aanschaffen, of -dichter bij huis- een A4 Cabriolet voor bemachtigen, maar dan heb je een stoffen dak boven je hoofd. Nog zo'n luxeprobleem...