De botsproef was bedoeld om te onderzoeken in hoeverre kleine auto's het onderspit delven wanneer zij frontaal botsen tegen een groter model auto. Hiertoe werd een 1400 kg zwaare barrière geplaatst en raakt iedere auto deze voor de helft, bij een snelheid van 50 km/u. De botsproef wijkt af van de EuroNCAP-crashtest omdat in dat geval een aanrijding met een auto van hetzelfde gewicht wordt nagebootst. De ADAC redeneert dat de praktijk toch vaak anders is.

Het vermoeden van de ADAC werd helaas werkelijkheid: inzittenden van een kleine auto hebben in dit geval een veel grotere kans op ernstige verwondingen dan in eerste instantie uit de EuroNCAP-test blijkt. Van de Fiat 500, Kia Picanto, Renault Twingo en Smart Fortwo bleek alleen die laatste relatief goed zijn mannetje te staan. De kleinste en lichtste auto uit het rijtje - die dus theoretisch de kleinste kreukelzone heeft om botsenergie te absorberen - weet de bestuurder toch aardig te beschermen, al is de impact in de voetenruimte vergelijkbaar met zijn concurrenten.

De tweezitter dankt zijn botsbestendigheid aan zijn tridion veiligheidskooi, waarbij ook de wielen tot de kreukelzone behoren en de botsenergie relatief ruim kan worden geabsorbeerd door de plaatsing van de motor achterin. Ook maakt de fortwo (net als de vorige generatie Mercedes A- en B-Klasse) gebruik van een sandwich-bodemconstructie zodat ook bij zijwaartse aanrijdingen de inzittenden worden ontlast.

Bron: ADAC