Het oorspronkelijke idee voor de vrijetijdsbuggy kwam uit de Amerikaanse autosport. In de VS waren strandraces met Dune-Buggy’s en Baja-Bugs populair. Zo ontstond in de jaren ’60 interesse voor een vrijtijdsbuggy voor de openbare weg: een open funauto. De Volkswagen Kever vormde daarvoor de perfecte basis. Deze was eenvoudig te ontdoen van zijn eigen carrosserie. Op het chassis kon vervolgens relatief eenvoudig een Buggy-koetswerk worden geplaatst. Deze alternatieve carrosserie werd meestal gemaakt van met glasvezel versterkte kunststof. Op technisch vlak bestond het recept doorgaans uit het inkorten van het chassis, het vergroten van de spoorbreedtes en de montage van enorme achterbanden. De meeste buggy’s maakten gebruik van standaard Kever-motoren. Deze waren sterk genoeg voor maximale fun.
Begin jaren ’70 waaide de Buggy-trend over naar Europa. Karmann (nu onderdeel van Volkswagen) bood onder de naam GF (Gute Fahrt) een Buggy aan – ook als bouwpakket. Een grote Duitse Volkswagen-dealer slaagde er bovendien in typegoedkeuring te krijgen voor de Amerikaanse ‘Imp Dune Buggy’. Ook fabrikanten als het Belgische Apal en het Nederlandse Ruska bouwden een versie. Toch werd ‘de Buggy’ in Europa niet zo’n succes als in de VS. Dat neemt niet weg dat originele en goed onderhouden Buggy’s hier nog steeds erg in trek zijn.
Met de Volkswagen buggy up! concept car komt een idee van 40 jaar geleden dus opnieuw tot leven. Rond de afgeleide van de nieuwe up! verzamelden zich half september op de IAA continu drommen mensen. De buggy up! is een studiemodel, maar ‘fun’ blijft ook in de toekomst een belangrijke Volkswagen-factor. De grote vraag is nu of Volkswagen de traditie ook echt wilt voortzetten. Wie weet...
Reviews
Reviews (0)
Er zijn nog geen reacties. Plaats hierboven je reactie.
Schrijf een review