Audi Tradition laat tijdens de ‘Techno Classica’ zien wat er nodig is om een auto of motorfiets voor wedstrijddoeleinden sneller, lichter of aerodynamischer te maken, en in welke opzichten wedstrijdversies verschillen van auto’s en motoren voor het normale wegverkeer. Daartoe worden twee motorfietsen uit de historie van NSU en DKW en drie auto’s van Audi en NSU getoond.

De spectaculairste auto is hierbij ongetwijfeld de Audi 80 quattro 2,5 DTM, een prototype waarvan er maar één exemplaar bestaat. De toerwagen met 388 pk sterke zescilindermotor kwam nooit aan de start van een race, want vanwege discussies over het reglement trokken diverse fabrikanten, waaronder Audi, zich in 1992 uit de DTM terug. De auto was een tijdlang te zien in het Audi Museum Mobile in Ingolstadt en wordt nu voor het eerst elders getoond, samen met een Audi 80 TDI uit 1994 als straatversie.

In Essen toont Audi ook de Audi Coupé GT 5E uit 1984, samen met de Audi Coupé GT groep 2-toerwagen uit 1981. Met 225 pk in de raceuitvoering was dit destijds de sterkste voorwielaangedreven toerwagen. In Zolder behaalde Audi hiermee de eerste overwinning tijdens een EK-toerwagenrace met de coureurs Willi Bergmeister en Peter Seikel. De getoonde raceauto werd onlangs door Audi Tradition aangeschaft.

De beurs in Essen, die traditioneel ook altijd veel Nederlandse bezoekers trekt, vormt voor liefhebbers de start van het oldtimerseizoen. In totaal worden er ook dit jaar meer dan 160.000 bezoekers op de ‘Techno Classica’ verwacht.