De Fiat 500 werd in 1957 gelanceerd als de Nuova 500, nieuwe 500. En waarom nieuw? Ook zijn voorganger, de Topolino droeg deze naam. Met het compacte bolletje speelde Fiat helemaal in op de vraag naar auto's voor gebruik in de steeds drukker wordende Italiaanse binnensteden. Uit het luchtgekoelde tweecilindermotortje vloeiden maar liefst 13 hele paardenkrachten. Die motor lag achterin en dreef de achterwielen aan.

Aaibaar

De naam van ontwerper Dante Giacosa is onlosmakelijk met Fiat en vooral die geniale 500 verbonden. Een puur functioneel en betaalbaar product maakte hij tot een designhoogstandje met allure. Daardoor hielden mensen zoveel van hun 500, een auto met een uitermate aaibaar karakter.

Zelfmoorddeuren

Het is nauwelijks meer voor te stellen dat een automerk tegenwoordig een nieuw model zou lanceren zonder achterbank en niet te openen portierruiten. Gelukkig kon wel het roldak open. Maar naarmate de belangstelling toenam, werden deze elementen toegevoegd. In 1965 werden de tegen de rijrichting in openende portieren (zelfmoorddeuren) vervangen door deuren die 'normaal' openden.

Abarth

Een grappige carrosserievariant is de 500 Giardiniera, een piepkleine stationwagon die de tweecilinder niet staand, maar liggend onder de vloer van de bagageruimte heeft. De 500 kreeg ook sportieve aspiraties vanwege de Abarth-versie met maar liefst 40 pk.

Succes

Fiat produceerde de beroemde 500 tussen 1957 en 1975. In totaal werden er 3,6 miljoen exemplaren van gebouwd, een groot succes. Precies tien jaar geleden kwam Fiat met de huidige 500 die nog steeds zeer populair is.